„Belangstelling voor religie groeit in China”
STRAATSBURG - Christenen in China verkeren in moeilijke omstandigheden. Maar Europarlementariër Bas Belder (CU-SGP) ziet „bemoedigende ontwikkelingen”: „Er zijn steeds meer personen binnen die samenleving die de misstanden aan de kaak stellen” en „de belangstelling voor religie groeit.”
Het Europees Parlement neemt vanavond in een debat in Straatsburg de relatie van de EU met de Volksrepubliek onder de loep. Dat gebeurt aan de hand van een rapport dat is vervaardigd door Belder en dat inmiddels brede steun kreeg in de buitenlandcommissie van het EP. Donderdag wordt er gestemd over een resolutie met daarin de opinie van de voltallige vergadering over allerlei onderwerpen in dit kader.De mensenrechten vormen altijd weer een gevoelig punt in de betrekkingen met de aanstormende economische wereldmacht in Azië. Er valt erg veel aan te merken op de situatie op dat terrein. Een van de aspecten betreft de godsdienstvrijheid. De officieel geregistreerde kerken lopen aan de leiband van de staat. Als het niet lukt religie te vernietigen, kun je dat verschijnsel maar beter controleren, luidt de overweging daarbij.
De vele huiskerken die er zijn en die belijden dat zij verantwoording verschuldigd zijn aan alleen God en niet aan de Communistische Partij, hebben het bepaald niet gemakkelijk. Het varieert, in bewoordingen van Belder, van forse boetes tot arrestaties en van ruwe verstoring van erediensten tot vernieling van woningen.
Bij zijn bezoek aan China, vorige herfst, heeft hij geprobeerd de kwestie te bespreken. Hij vertelt: „Op het ministerie van Buitenlandse Zaken waren ze me al voor. Ze trokken fel van leer tegen de in hun ogen zinloze en ongegronde resoluties van het EP die gewag maken van schendingen van de godsdienstvrijheid. Volstrekt uit de lucht gegrepen, luidde het commentaar op de beschuldigingen. Op wat heet het bureau voor religieuze aangelegenheden noemden ze de huiskerken een uitvinding van het Westen. Kortom, ontkenning. Een dialoog is niet mogelijk. De wagen staat stil als je over deze problematiek begint.”
Om de oordeelsvorming van de afgevaardigden uit de 25 lidstaten te beïnvloeden, stuurde de Chinese ambassadeur in Brussel een e-mail aan elk van hen. Daarin beweert hij dat de bevolking in zijn land volledige vrijheid van geloof geniet. „De overheid bemoeit zich niet met de interne zaken van religieuze groeperingen”, schrijft hij.
Er is weliswaar sprake, zo vervolgt het bericht, van administratie door en supervisie van een daartoe aangewezen departement, maar dat dient juist om de rechten van de burgers te waarborgen en om te verhinderen dat criminelen onder de dekmantel van godsdienst misdaden plegen.
Ontkenning van de zijde van de autoriteiten geldt eveneens ten aanzien van het zogenoemde Ankangsysteem. Dan hebben we het over de praktijk om politieke en sociale dissidenten op te sluiten in psychiatrische inrichtingen en ze daar te hersenspoelen, onder het motto ”genezing door rust en vrede”.
Onlangs kwam dankzij stille diplomatie van de regering in Berlijn iemand vrij na maar liefst dertien jaar van fysieke en psychische folteringen. Belder heeft een Duitse krant op zijn bureau liggen waarin betrokkene, herenigd met zijn vrouw en dochter in Frankfurt, verslag doet van zijn ervaringen. „Een levende getuige”, constateert de vertegenwoordiger van de christelijke partijen. Een in het dagblad afgedrukte kopie van een medische diagnose meldt dat de ’patiënt’ lijdt aan „waanvoorstellingen” over politieke thema’s. De artsen bevelen verdere behandeling aan. Wat China ertoe bewoog deze man niettemin te laten vertrekken, blijft ook voor Belder een raadsel.
De Europarlementariër toont zich voor de toekomst bepaald niet pessimistisch. „Religie is booming”, zo drukt hij het uit. „Er gebeurt ginds veel. We ontwaren een beweging van binnenuit. In academische kringen, waar in de Chinese traditie een afkeer heerste van geloof, groeit de belangstelling voor godsdienst in het algemeen en voor het christendom in het bijzonder. Begin dit jaar was er een inval bij een huisgemeente in Peking; daar bleek een opmerkelijk groot aantal hoogopgeleiden aanwezig.”
„Intellectuelen -en dat is belangrijk, omdat die bij de doorsneeburger in hoog aanzien staan- klagen erover, bijvoorbeeld in publicaties op internet, dat het beknotten van de vrijheid van religie contraproductief uitpakt. Zij beseffen dat dit het imago van het land aantast. Zij zien de ongerechtigheden, laten soms vlijmscherpe kritiek horen en pleiten ervoor de economische modernisering te doen samengaan met politieke hervormingen. Dat proces gist enorm. Wij moeten als Europa aansluiting zoeken bij die krachten, om zo zaken bespreekbaar te maken en vooruitgang te boeken”, aldus Belder.