„Behoedzaamheid nodig in omgang met moslims”
VEENENDAAL - Behoedzaamheid en doortastendheid zijn voor SGP-Kamerlid mr. C. G. van der Staaij kernwoorden in de omgang met de islam. Behoedzaamheid is nodig om niet in de armen gedreven te worden van de voorstanders van een geseculariseerde samenleving. Doortastendheid is vereist om maatregelen te kunnen nemen tegen de radicale islam.
Van der Staaij was zaterdag een van de sprekers tijdens de landelijke toerustingsdag van de commissie allochtonen, uitgaande van het deputaatschap evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten. Tijdens de bijeenkomst in de Adventkerk in Veenendaal werd het boekje ”Mohammed of Christus?” gepresenteerd.Van der Staaij stelde dat de SGP zowel beducht is voor een liberale jihad, die een verbanning van de godsdienst uit het openbare leven inhoudt, als voor een jihad van de islamitische kant. Het zou onjuist zijn, aldus Van der Staaij, om uit angst voor het gevaar van het moslimradicalisme een verbond te sluiten met geseculariseerde groepen. Dan zou de christelijke school op den duur wel eens gevaar kunnen lopen, of het klokgelui op zondag, of de komst van buitenlandse predikanten.
Aan de andere kant wil de SGP niet relativerend doen over het gevaar van de radicale islam. „Er moeten bestuurlijke maatregelen worden genomen. In tal van islamitische landen worden christenen vervolgd, dat is de realiteit.”
Hiermee nam de politicus zowel stelling tegen de denkrichting van dr. B. J. Spruyt, die een sterke alliantie tegen de islamisering wil om de democratie te redden, waarbinnen het christelijk geloof kan functioneren, als tegen die van ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente te Amersfoort, die wel iets ziet in een tijdelijk bondgenootschap met moslims in de strijd tegen de oprukkende secularisatie. Van der Staaij pleitte voor een vriendschappelijke omgang met allochtonen. „Ook moslims zijn onze naasten.”
Even daarvoor had evangelist G. Baan opgemerkt dat het daaraan bij reformatorische jongeren wel eens ontbreekt. Onder elkaar praten jongeren nogal eens denigrerend over ”Murkies” (Marokkanen en Turken). Hij proefde daarachter angst.
Datzelfde constateerde J. H. Mauritz, tot voor kort directeur van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG). „De reacties van jongeren op ”Murkies” zijn niet altijd verblijdend en verheffend.” Volgens hem heeft dat te maken met onzekerheid. „De confrontatie met allochtonen en de dreiging van terreur roept bij de jongeren de vraag op hoe daarmee om te gaan. Ze vinden het al moeilijk om met hun vader en moeder om te gaan. Wat is er dan makkelijker dan in de eigen groep uit de hoogte neer te kijken en te reageren op de allochtonen?”
Als de ontmoeting vriendelijk is, kunnen mensen voor Christus gewonnen worden, aldus Mauritz. Hij vertelde van een Somalisch meisje met een islamitische achtergrond dat de Bijbel was gaan lezen en een boek van McCheyne had gekocht. „Nadat ze voor de eerste keer echt tot God gebeden had, werd voor haar alles anders door de tekst in Johannes 14:6, waar staat dat Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is.”
Mauritz vond het nuttig dat het boek ”Mohammed of Christus” was verschenen. „Het levert goede bouwstenen om zich te verdiepen in de islam en antwoorden te hebben als jongeren met allochtonen in gesprek komen.”
Het boekje beschrijft in korte trekken zowel de geschiedenis als de leer van de islam. Daarnaast komen de politieke aspecten en de actuele discussie aan de orde, waarna geschreven wordt over evangelisatie onder moslims. Evangelist G. Baan bood het eerste exemplaar aan aan ds. G. Clements te Gouda, voorzitter van de commissie allochtonen. Het tweede exemplaar was voor J. ten Voorde, begeleider bij de totstandkoming van de uitgave.
Tijdens de opening van de bijeenkomst zei ds. Clements dat moslims zeggen dat de Bijbeltekst: „Een profeet uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de Heere, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen”, betrekking heeft op Mohammed. Dat is echter onmogelijk, aldus ds. Clements, „want Mohammed is niet voortgekomen uit de Joden. De belofte van Mozes is vervuld in de Heere Jezus, de ware profeet. Hij is het Licht van de wereld en dat moeten ook de moslims weten.”
Tijdens het afsluitende forumgesprek zei hij dat het christendom in de zevende eeuw zo snel uit Noord-Afrika is verdreven door de versplintering van de christelijke groeperingen en door het materialisme van de christenen daar. Hij zag deze twee gevaren ook nu als grote bedreigingen voor het christendom in de strijd tegen de islam.