De nationale veiligheidsadviseur van Irak, Mowaffaq al–Rubaie, zei op een persconferentie dat al–Suaidi „een paar dagen geleden" is opgepakt. Hij zei niet welke nationaliteit de verdachte heeft. Volgens de Iraakse regering heeft al-Quaida met de aanhouding een gevoelige slag geleden.Al–Suaidi, ook bekend als Abu Humam, is de plaatsvervanger van Abu Ayyub al–Masri. Die wordt sinds de dood van Abu Musab al–Zarqawi beschouwd als de leider van al-Quaida in Irak. Zarqawi kwam begin juni om bij een Amerikaans luchtbombardement op zijn schuilplaats bij Baquba.

Al–Suaidi hield zich verscholen in een gebouw ten noorden van Baquba. „Hij wilde zijn vrouwen en kinderen gebruiken als menselijk schild toen onze troepen hem gevangen wilden nemen", aldus al–Rubaie.

De topterrorist zou de afgelopen dagen stevig zijn ondervraagd. Als gevolg daarvan zouden zeker elf lagere commandanten en negen andere leden van de soennitisch–islamitische terreurbeweging zijn gearresteerd.

Al–Suaidi zou achter de bomaanslag in februari op een sjiitisch–islamitisch heiligdom in Samarra zitten. De aanslag leidde tot grote sjiitische verontwaardiging en een toename van het geweld tussen sjiieten en soennieten, waarbij dagelijks veel mensen om het leven komen.

Ook dit weekeinde was het weer raak. Zo werden zaterdag veertien sjiitische pelgrims uit Zuid–Azië gedood die met een busje in een hinderlaag waren gelopen. Het ging om elf Pakistanen en drie Indiërs.

Volgens een functionaris in een ziekenhuis in de heilige stad Kerbala waren de vijf vrouwen en negen mannen aan hun hun handen vastgebonden. Zij waren gedood door schoten in het hoofd. Sommige slachtoffers waren gemarteld. Een van hen is onthoofd.

Het incident gebeurde in de provincie Anbar, waar soennieten in opstand zijn gekomen. Onlangs werd in een verklaring die afkomstig zou zijn van de Iraakse afdeling van al–Qaida, opgeroepen tot een heilige oorlog van de soennieten tegen de sjiieten.

Ondertussen dreigt er een conflict tussen de centrale Iraakse regering in Bagdad en de leiding van de autonome Koerdische regio in het noorden. De Iraakse premier Nuri al–Maliki heeft zondag de bevolking opgedragen de nationale vlag in heel het land te laten wapperen. De premier reageerde op de stap van de president van de Koerdische regio in Irak, Massud Barzani. Die verbood eind afgelopen week de Iraakse vlag te hijsen.

„De huidige Iraakse vlag moet op elke vierkante centimeter Irak gehesen (kunnen) worden tot het parlement een besluit (over het dundoek) neemt". aldus Maliki.

Barzani sprak Maliki meteen tegen. Voor het Koerdische regionale parlement in Arbil zei hij zondag dat gebruik van de Koerdische vlag in plaats van de huidige Iraakse vlag is afgesproken met Maliki en de Iraakse president Jalal Talabani, totdat er een akkoord is over een nieuwe Iraakse vlag.