NAVO wil naar flexibele inzet militairen
TARIN KOWT (ANP) - De Nederlandse militaire leiding in Afghanistan houdt er rekening mee dat de NAVO een beroep op Nederland zal doen om onze troepen in Uruzgan ook in te zetten voor hulp aan de bondgenoten in de aangrenzende provincies Helmand en Kandahar. Vooral de Britten in de papaverrijke provincie Helmand hebben het al weken bijzonder zwaar te verduren en kunnen wat hulp goed gebruiken.
Kolonel Theo Vleugels, commandant van de Nederlandse eenheid in de provincie Uruzgan, is voorbereid op een mogelijk verzoek van het door de NAVO-geleide hoofdkwartier van de internationale veiligheidsmacht (ISAF) in Kandahar.Vleugels wijt de benarde positie van zijn Engelse vrienden voor een belangrijk deel aan de door hen gevolgde strategie. „Zij moeten overal op springen, of ze er nu op voorbereid zijn of niet”, zegt hij tijdens een interview met het ANP. Het gevolg is dat de beschikbare mankracht te veel wordt verspreid en de kans groot is dat de eenheden vast komen te zitten en niet meer kunnen doen waarvoor ze waren gekomen: de opbouw van de provincie, aldus Vleugels.
ISAF, dat sinds kort de verantwoordelijkheid voor de zuidelijke provincies van de Amerikanen heeft overgenomen, staat voor de krachttoer de Afghaanse overheid te helpen een geloofwaardig lokaal en provinciaal bestuur op te zetten. De lokale bevolking moet het gevoel krijgen dat de gekozen regering van president Hamid Karzai een beter alternatief is dan de fundamentele onderdrukking van de taliban.
Maar de harde kern van deze extremistische moslimsekte probeert er alles aan te doen om te voorkomen dat de bevolking het onder de paraplu van de internationale troepenmacht het beter krijgt. Om ISAF de voet dwars te zetten, maken talibanleiders vaak gebruik van arme plattelandsjongeren die zo’n 50 dollar krijgen voor ieder gevecht dat zij met ISAF-eenheden aangaan.
Papaver
Helmand is voor de taliban belangrijk omdat er enorm veel papaver wordt geteeld. De fundamentalisten proberen de bevolking wijs te maken dat de soldaten van ISAF ook hun laatste bron van inkomsten, de papavervelden, zullen afpakken. Door de boertjes ’bescherming’ te bieden en samen te werken met de drugsbaronnen, heeft de organisatie voor zichzelf een lucratieve inkomstenbron gegenereerd.
„Als het in Helmand misgaat, kan dat gevolgen hebben voor de hele operatie in het zuiden”, stelt Vleugels. Om dergelijke ontwikkelingen te voorkomen, wil ISAF de ruimte om te kunnen schuiven met de militaire middelen die hem ter beschikking staan, zeggen hoge militairen op het landelijk hoofdkwartier van ISAF in Kabul. Dat gebeurt nu al met de Nederlandse F-16’s en Apachegevechtshelikopters. Maar de NAVO-leiding kijkt inmiddels met een begerig oog naar de Nederlandse militairen in Uruzgan, die het momenteel relatief rustig hebben vergeleken met hun Britse en Canadese buren.
Contingentscommandant brigadegeneraal Jan Peter Spijk, de ogen en oren van het Nederlandse ministerie van Defensie in Kabul, noemt het „een goed principe dat je in een militair vak je krachten effectief verdeelt. Als Nederland volledig operationeel is, is het denkbaar dat onze troepen ook elders kunnen worden ingezet.”
Hoewel het mandaat van ISAF een dergelijk schuiven toelaat, zit politiek Den Haag niet te wachten op het vooruitzicht Nederlandse militairen in te zetten in gevechtsoperaties met een gerede sneuvelkans. Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie, vorige week op bezoek bij de manschappen in Uruzgan, zegt veelbetekenend dat ISAF dat wel kan willen, maar dat een dergelijk besluit toch eerst nog even met Den Haag moet worden opgenomen.
Schermutselingen
De bewindsman kreeg bovendien van Spijk te horen dat de relatieve rust in de ’Nederlandse’ provincie wel eens de stilte voor de storm zou kunnen zijn. De generaal houdt er rekening mee dat er ook in Uruzgan wel eens stevige schermutselingen kunnen plaatsvinden.
Vleugels haalt zijn schouders op. Hij heeft op dit moment niet de indruk dat de taliban de confrontatie met de Nederlanders opzoekt. Hij lijkt zijn zaakjes voorlopig goed voor elkaar te hebben. De omgeving van Kamp Holland bij de provinciehoofdstad Tarin Kowt en die van het tweede Nederlandse kamp bij Deh Rawod op 40 kilometer beschouwt hij als relatief veilig. Zijn strategie van de olievlek, het geleidelijk uitbreiden van de Nederlandse controle over de bevolkte delen van de provincie, werpt vruchten af.