Het kabinet besloot vrijdag het advies te volgen, maar gaat onderzoeken welke aanvullende maatregelen nodig zijn om de inburgeringsachterstanden bij genaturaliseerde Nederlanders te verminderen.Het advies van de RvS heeft gevolgen voor de nieuwe inburgeringswet, die op 1 januari moet ingaan en die inhoudt dat alle nieuwkomers en ook bepaalde groepen oudkomers verplicht moeten slagen voor een inburgeringsexamen.

Verdonk sleutelt al drie jaar aan het nieuwe stelsel en voerde op aandringen van de Tweede Kamer al een aantal wijzigingen door. De minister betreurt het advies van de RvS, maar zegt het serieus te nemen. „We kunnen nu aan de slag met de 250.000 mensen die ingeburgerd kunnen worden”, zei ze vrijdag na afloop van de ministerraad.

Volgens haar is er een dringende maatschappelijke noodzaak om de inburgeringsachterstanden bij mensen die de RvS nu uitsluit van de verplichte inburgeringscursus, te verminderen. Bij aanvullende maatregelen voor deze groep wordt het advies van de raad in acht genomen.

De PvdA wilde discriminatie bij inburgering voorkomen en stelde voor dat ook geboren Nederlanders die een uitkering ontvangen en arbeidsplichtig zijn onder de wet zouden vallen. Uit het advies van de raad blijkt dat dit juridisch niet haalbaar is. Dat hangt samen met al bestaande wetgeving rond sociale zekerheid en onderwijs.

De PvdA en GroenLinks willen volgende week in debat met de minister. De PvdA roept de minister ertoe op „nu snel aan de slag te gaan met de groep die nog wel onder de nieuwe inburgeringswet valt.” De fractie dringt aan op een „reparatievoorstel voor in ieder geval mensen met een uitkering die een taalcursus nodig hebben om aan de slag te komen.”

GroenLinks is niet verrast door het standpunt van de RvS, omdat de Grondwet discriminatie op basis van afkomst verbiedt. GroenLinks vindt het „zorgelijk dat er zo veel juridische en politieke druk nodig is om een door de kroon beëdigde minister binnen de grenzen van de Grondwet te laten handelen.”