Volgens een woordvoerster lijkt deze stijging een direct gevolg te zijn van het geweld in het Midden-Oosten.In 2005 kwamen bij de organisatie 159 meldingen van antisemitisme binnen, tegen 327 in 2004. De dalende trend zette in 2003 in, aldus CIDI. Toch stemmen de cijfers van vorig jaar niet optimistisch. Het aantal ernstige incidenten, waarbij geweld werd gebruikt, werd gedreigd met geweld of waarbij joodse gebouwen geschonden werden, steeg namelijk. Het aantal uitingen van Jodenhaat in de periode juli - begin augustus 2006 bedraagt volgens het CIDI 105.

In deze laatste anderhalve maand ging het onder andere om „bedreigende telefoontjes, e-mails, het kalken van de leus ’Juden raus’ en het beschadigen van een synagoge”.

Over de stijging van het aantal meldingen sinds de oorlog in Israëls buurland Libanon is het CIDI verontrust. „Kennelijk worden onlustgevoelens over dit geweld vertaald in antisemitische uitingen. De strijd tussen Israël en zijn buren schijnt voor antisemieten een vrijbrief te zijn om Joden in de eigen omgeving te kunnen belagen”. De organisatie stelt dat ze het niet heeft over anti-Israël uitlatingen, maar over Jodenhaat.

Volgens de Joodse organisatie moeten scholen hun leerlingen leren dat de situatie in het Midden-Oosten niet gepaard mag gaan met vooroordelen over Joden. Justitie zou meer moeten doen aan het verspreiden van haat via internet en satelliettelevisie.