Buitenland

Onderling wantrouwen Sudan nog niet verdwenen

APELDOORN - Ruim een jaar geleden kwam de Zuid-Sudanese ex-rebellenleider en eerste vicepresident John Garang bij een helikopterongeluk om het leven. Velen vreesden voor een mislukking van het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Sudan, waarvan hij een van de stuwende krachten was. Een jaar na zijn dood is de vrede nog altijd kwetsbaar.

Mark Wallet
16 August 2006 11:44Gewijzigd op 14 November 2020 04:01

„Garang was de vredesovereenkomst, en de vredesovereenkomst was Garang”, aldus de speciale VN-gezant voor Sudan Pronk op zijn weblog van 10 augustus. De rebellenleider ondertekende op 8 januari 2005 de 242 pagina’s dikke overeenkomst die het einde aan 21 jaar burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudanezen moest inluiden.Tot die ondertekening was Garang de belangrijkste leider van de opstandelingen in Zuid-Sudan. Hij werd, zoals overeengekomen, op 9 juli ingezworen als vicepresident van het enorme Afrikaanse land en daarnaast president van Zuid-Sudan, waar hij een interim-regering vormde die tot 2011 zou aanblijven.

Garang was op zaterdagavond 30 juli na een bijeenkomst met de Ugandese president Museveni vanuit Uganda op weg gegaan naar Sudan. Op dat moment was het weer in het noorden van Uganda slecht. De zondag daarop werd zijn helikopter als vermist opgegeven. Het toestel bleek gecrasht.

De ontsteltenis na zijn plotselinge dood op 30 juli was groot. In de Sudanese hoofdstad Khartoem braken hevige rellen uit, waarbij meer dan honderd mensen om het leven kwamen. Tot op de dag van vandaag weigeren vele Zuid-Sudanezen te geloven dat de helikopter waarin Garang zat door een ongeluk neerstortte en houden het op een aanslag. De weduwe van Garang, Rebecca, riep tijdens de herdenkingen dit jaar in Juba nog op tot verder onderzoek naar de oorzaak van het ongeval.

De 60-jarige Garang werd opgevolgd door de tweede man binnen de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging (SPLM), Salva Kiir. Kiir, die vrijwel altijd met een comboyhoed in het openbaar verschijnt, was zich ervan bewust dat hij minder gezag had dan zijn voorganger. „Ik hoor bij de regering, maar of ik invloed heb of niet, is iets anders”, zei hij kort na zijn beëdiging als vicepresident.

Garang had door zijn gezag en persoonlijkheid de verschillende vleugels binnen de SPLM bij elkaar weten te houden. Het was de vraag of dat Kiir ook zou lukken. Voordeel was dat hij bij de Nuerstam behoorde, wat de door de Dinka’s (de stam van Garang) gedomineerde SPLM een breder draagvlak gaf.

De onheilsscenario’s na de dood van Garang zijn geen werkelijkheid geworden. Toch is er voor de bevolking van Zuid-Sudan nog weinig concreets veranderd. Er zijn nog altijd nauwelijks wegen en het onderwijs en de sociale voorzieningen zijn slecht. De uitwerking van het vredesverdrag verloopt tot nu toe langzaam. Volgens Kiir is er veel tijd gaan zitten in het uitzetten van beleid voor de toekomst. Maar nu is de tijd van actie aangebroken, verzekerde de SPLM-voorman.

Een belangrijke stap is al bereikt met de opname van de Zuid-Sudanese Defensiekrachten (SSDF), een agglomeraat van gewapende zuidelijke groeperingen, in de militaire tak van de SPLM, het Zuid-Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) in januari. Probleem is dat een aantal rebellenleiders echter nog altijd afzijdig blijft en zelfstandig opereert. De onafhankelijke regering van Zuid-Sudan moet dergelijke splintergroeperingen een halt toe te roepen. In sommige gebieden hebben er inderdaad succesvolle ontwapeningsacties plaatsgevonden, maar op andere plaatsen kwam het tot een bloedig treffen tussen SPLA en militante bewegingen, waarbij ook burgerslachtoffers vielen.

De aard van de milities verschilt per regio. De groeperingen kunnen uit zijn op verzet tegen de SPLM/SPLA, maar er kan ook sprake zijn van economisch gemotiveerde aanvaringen tussen nomadische en gesettelde stammen. Pronk gaf op een persconferentie eind juli in de hoofdstad Khartoem aan dat hij de sterke indruk heeft dat sommige milities steun ontvangen van „duistere groeperingen” in Khartoem. Harde bewijzen zei hij hier echter niet voor te hebben.

Een gevoelig punt in de verhouding tussen Noord- en Zuid-Sudan blijft de verdeling van de olie-inkomsten. Volgens het vredesakkoord krijgen beide landsdelen 50 procent van de opbrengsten. Zuiderlingen wantrouwen de informatie echter die Khartoem over de olieproductie- en uitvoer verstrekt. Om de transparantie te vergroten bereidt een commissie van het ministerie van Financiën en Energie sinds enige tijd samen met mensen van de Zuid-Sudanese overheid een maandelijks rapport voor.

Met de olie-industrie zijn miljoenen dollars gemoeid. Over de eerste vijf maanden van dit jaar kwam de Zuid-Sudanese regering bijvoorbeeld 473 miljoen dollar toe.

Een van de belangrijkste oorzaken van de moeizame implementatie van het vredesakkoord is de traagheid waarmee bestaande wetten worden aangepast aan bepalingen van de nieuwe grondwet van juli 2005. De regerende Nationale Congrespartij (NCP) van president Al-Bashir maakte daar tot dusver weinig haast mee, wat de uitvoering van het vredesakkoord blokkeerde. Positieve ontwikkeling is dat de SPLM en de Sudanese regering deze week besloten te komen tot een panel van regeringsleden dat de wetsteksten gaat aanpakken. De partijen kwamen vorige week bovendien tot de vorming van drie commissies -op de terreinen politiek, veiligheid en economie- met zowel Noord- als Zuid-Sudanese leden om te werken aan de doorwerking van het vredesakkoord.

Er zit vooruitgang in het vredesproces, maar het onderlinge wantrouwen is nog niet weg en niet iedereen wil zich aan de afspraken conformeren. Misschien dat de vele Zuid-Sudanese kinderen die het laatste jaar de naam Garang meekregen een vruchtbare blijvende herinnering zijn aan het belang van het vredesakkoord.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer