Optiebeloning ligt onder vuur
De hoogtijdagen van de optiebeloning lijken geteld. Als het aan de internationale regelgever IASB ligt, worden de opties vanaf 2004 als kostenpost opgenomen in de winst- en verliesrekening van ondernemingen. Het gevolg: lagere winsten en bestuurders die meer moeten uitleggen als zij zichzelf opties toekennen.
Optieregelingen staan al langer ter discussie. Maar de druk om ondernemingen te bewegen tot een verantwoordere wijze van het verstrekken van opties nam toe toen het boekhoudkundige gesjoemel bij Enron en WorldCom aan het licht kwam. Beide Amerikaanse multinationals hielden jarenlang hun winsten kunstmatig hoog, waardoor de topbestuurders tegen hoge beurskoersen hun optiepakketten konden blijven verzilveren.
Tientallen miljoenen incasseerden de bestuurders op die manier. De Amerikaanse centralebankenpresident Alan Greenspan kwalificeerde het gedrag als „besmettelijke hebberigheid.” „Mensen zijn niet hebberiger dan voorgaande generaties, maar de mogelijkheden zijn veel groter.”
De International Accounting Standards Board (IASB), die sinds 1973 accountancyregels opstelt, wil die mogelijkheden beperken. De bestuursleden van de organisatie werden het deze week opvallend snel eens over een nieuwe boekhoudstandaard die bedrijven voorschrijft om optieregelingen van de winst af te trekken.
Naar alle waarschijnlijkheid geldt de standaard vanaf begin 2004 als universele boekhoudregel. Omdat de Europese Unie bedrijven voorschrijft om vanaf 2005 de IASB-regels op te volgen, zijn de gevolgen groot.
Volgens de Duits-Amerikaanse zakenbank Dresdner Kleinwort Wasserstein zouden de winsten van het Europese bedrijfsleven in 2001 circa 10 procent lager zijn uitgevallen als opties als kosten waren opgevoerd. De vijfhonderd grootste bedrijven in de Verenigde Staten zouden gemiddeld een 30 procent lagere winst hebben geboekt.
Volgens de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) zal de winstdruk in Nederland vooral te zien zijn bij Ahold, Aegon en Philips, die grote optieplannen hebben. „Bij perfecte marktwerking moeten de regelingen al in de beurskoers zijn verwerkt, maar helaas is dat niet zo”, meent directeur P. de Vries. Toch is de VEB voorstander van de IASB-plannen omdat de transparantie daardoor wordt vergroot. „Het gaat om verborgen kosten.”
Coca-Cola besloot deze week op de nieuwe regels vooruit te lopen. Het frisdrankconcern beschouwt vanaf eind dit jaar de verstrekte optiepakketten als kosten. Nederlandse bedrijven zullen dit voorbeeld volgen, verwacht de Nederlandse accountantsorganisatie Nivra. „Je gaat toch zien dat ondernemingen op de standaard anticiperen”, aldus Nivra-directeur R. Vergoossen.
De VEB verwacht echter dat het heel langzaam zal gaan. „In de Verenigde Staten kun je gezien de hele discussie over corporate governance maar beter vooroplopen. In Nederland speelt dat niet”, aldus De Vries.
Nu hoeven Europese bedrijven slechts te vermelden hoeveel opties ze verstrekken aan hun personeel en onder welke voorwaarden. Voor een leek is het vaak moeilijk te achterhalen wat de werkelijke waarde van de extra beloningen is. Alleen ondernemingen met een Amerikaanse beursnotering moeten in een voetnoot vermelden hoeveel de opties waard zijn. Beleggers kunnen daardoor lezen dat Microsoft vorig jaar zijn werknemers voor 2,26 miljard dollar aan opties verstrekte.
De waardering van de optiepakketten kan problemen opleveren, erkent Vergoossen. De IASB wil dat het bedrijfsleven de ’reëele waarde’ van de opties aangeeft. Dit bedrag komt dan ten laste van het kwartaal waarin de opties zijn verstrekt. De waardebepaling wil de IASB echter aan de bedrijven zelf overlaten, waardoor er ruimte blijft voor interpretatie. Coca-Cola laat de berekening over aan twee zakenbanken, vliegtuigbouwer Boeing volgt een gangbare optiewaarderingsmethode voor het prijzen van opties.
Een bijkomend probleem is dat de winsten door de aankomende regeling sterk zullen schommelen. Dit is al het geval bij het Duitse softwarebedrijf SAP, dat aandelen - en optieplannen al meerekent in de gewone bedrijfsvoering. SAP presenteert daarom altijd twee winstcijfers, een met opties en een zonder. Het Nivra vreest dan ook voor een verdere wildgroei van winstbegrippen. Vergoossen: „Je hebt nu al bijvoorbeeld Ebit, Ebita en een Ebitda. Met nog meer begrippen wordt het wel erg ondoorzichtig.”
Nederlandse ondernemingen lopen nog niet warm voor de IASB-plannen. Ahold, Aegon, Unilever en KPN zeggen desgevraagd geen plannen te hebben om de regeling vervroegd in te voeren. Philips overweegt het.
Aegon en Unilever vermelden al wel de kosten in het jaarverslag, maar nemen die niet op in de winst- en verliesrekening. De nettowinst van Aegon zou vorig jaar 3,4 procent (83 miljoen euro) lager zijn uitgevallen, die van Unilever 3,3 procent (106 miljoen euro).