Verknocht aan oude Friese knoerten
FRANEKER - Alle monumentale kerken in Friesland voor verdwijning behoeden is een utopie, in de ogen van aankomend directeur M. A. Zwartelé van de stichting Alde Fryske Tsjerken. Al vindt hij ze fraai, de „oude knoerten.” Stuk voor stuk. Vanaf 15 september zal hij verantwoordelijk zijn voor bijna drie dozijn gebouwen.
De spectaculairste van de enkele honderden monumenten in de provincie is „absoluut” de hervormde kerk van Hegebeintum, zegt Zwartelé. Deze staat op een terp 12 meter, de hoogste van Nederland. In de wijde omtrek is de kerk zichtbaar. Maar ook de kerk van Ginnum, op een intieme plaats in het kleine terpdorpje, mag er van hem zijn.Om te voorkomen dat deze monumentale gebouwen verdwijnen, neemt de stichting ze over van kerkelijke gemeenten. Gemiddeld krijgt de stichting ieder jaar een kerk in bezit. Om deze vervolgens te restaureren en te onderhouden.
Of een kerk wel of niet in aanmerking komt, hangt af van de rol van het gebouw, de bouwkundige staat en de plaats van de kerk in de dorps- of stadsgemeenschap.
Bij de overdracht van de kerk betaalt de kerkelijke gemeente doorgaans een bruidsschat: een bedrag dat hoog genoeg is om het onderhoud in de eerste jaren te betalen. Want, zegt Zwartelé, er zijn vaak stevige restauraties nodig. „Als het tegenzit, praat je over tonnen aan kosten.”
De aankomende directeur schat dat van de gebouwen een betrekkelijk klein aantal -letterlijk een hand vol- leegstaat. „Maar je kunt op je vingers natellen dat dit er meer worden.”
Hij doelt op kerkgebouwen die bijvoorbeeld als gevolg van fusies overbodig raken. „Een samengevoegde gemeente trekt doorgaans in het meest praktische gebouw. Met centrale verwarming, zonder verzakkingen in de vloer of lekkage. De wrakken, om zo te zeggen, verlaten ze als eerste.” Toch zijn dat vaak de interessantste, vindt hij.
Jorwerd
De stichting heeft vooral 12e-, 13e- en 14e-eeuwse gebouwen in bezit. Deze zijn in redelijke of goede staat. Meerjarenplannen voorzien in forse of minder drastische restauraties. Zo krijgt de in verval geraakte toren van de kerk in Jorwerd -inderdaad, het Jorwerd van Geert Mak- deze maanden een opknapbeurt.
De Friese kerken zijn er in het algemeen slecht aan toe, weet de aankomende directeur. „Er zitten er zeker tussen die op instorten staan. En dat is tragisch.” Al weet hij dat het onmogelijk is ze alle te behouden. Bepalend is waar de kerken staan. „Een gebouw op een centrale plaats in een prachtig terpdorp kun je niet in elkaar laten zakken.”
Volgens Zwartelé is een van de dingen die Friese kerken typeren, de ligging op terpen. „Op een centrale plek in het dorp. Waar mensen vroeger heengingen om hun geloof te beleven, maar ook als de nood aan de man kwam.”
De stichting onderhoudt de de kerken -volgens de regels van Monumentenzorg- en organiseert evenementen om het publiek te informeren. Vooral plaatselijke kerkelijke commissies spelen hierin een rol. Zij zetten onder meer concerten, lezingen en exposities op de agenda. Alde Fryske Tsjerken stelt de commissies financieel in staat hun activiteiten uit te voeren. „Waar de kerkgebouwen eerst werden bezocht door de geloofsgemeenschap, worden ze nu bezocht door vogels van allerlei pluimage”, zegt Zwartelé. „Domweg omdat ze verknocht zijn aan het gebouw.”
Vlag
Een duizendkoppig publiek is dat volgens hem niet. Maar een concert trekt toch zeker een bus vol mensen. „Neem een mooi orgel en een goede organist. Dan is het huis toch een paar avonden uitverkocht. Dat houdt het leven erin. In mijn woonplaats Franeker staan regelmatig cabaretiers op de podia. Waarom niet in een kerkgebouw? De akoestiek is meestal dik in orde.”
Zijn er ook evenementen die volgens hem niet in een kerkgebouw passen? Zwartelé: „Ja, zeker wel. Om de kerken liggen meestal mensen begraven. Dat maakt bijvoorbeeld het houden van een houseparty onwenselijk en bovendien volslagen ongepast.” Ook een tapijt- of autohandelaar hoeft niet bij de aankomend directeur aan te kloppen.
Schrijver Geert Mak beschreef hoe God verdween uit Jorwerd. Wat doet het Zwartelé als de oorspronkelijke functie van kerkgebouwen verloren gaat? „Dat raakt mij zeker”, zegt hij. „Het is jammer dat het spirituele uit Nederland verdwijnt. Dat geloofsgemeenschappen slinken is een verarming voor de samenleving. Dan is het nuttig dat wij in ieder geval de gebouwen overeind houden.”
Zwartelé zou het fantastisch vinden als kerkgebouwen ooit hun functie terugkrijgen. „Het is mogelijk dat geloofsgemeenschappen de gebouwen weer van de stichting overnemen. Bij de eerste kerk die we teruggeven, steek ik de vlag uit.”