Internetverslaving
Een slaaf is iemand die het eigendom is van een ander. Officieel hebben alle landen ter wereld de afgelopen twee eeuwen de slavernij afgeschaft; officieus is dat nog lang niet het geval.
Dat geldt niet alleen kinderslavernij en het in dienst hebben van kindsoldaten, maar ook andere moderne vormen van verslaving. Een verslaafde is, vaak zowel mentaal als lichamelijk, volstrekt afhankelijk van iets of iemand. Wie niet meer kan stoppen, zichzelf niet meer in de hand heeft, een groot deel van de dag bezig is met gebruik, is verslaafd.Internetsite Kelkoo heeft recent een enquête gehouden onder bezoekers van de website en concludeerde daaruit dat een op de zes internettende Nederlanders verslaafd is aan dit medium. Dat klinkt heel dramatisch, want daarmee zou internetverslaving naast roken een van de meest voorkomende verslavingen in Nederland zijn.
In de Kelkoo-enquête hebben mensen van zichzelf aangegeven dat ze zich verslaafd voelen. Dat is niet hetzelfde als een wetenschappelijke diagnose, waarbij bijvoorbeeld gelet wordt op ontwenningsverschijnselen als iemand een dag geen internetverbinding heeft. Daar komt bij dat de personen die aan de enquête hebben meegedaan, geen goede doorsnede vormen van de Nederlandse bevolking en ook niet van de internetters.
Maar zelfs al zou het bericht van Kelkoo maar voor de helft waar zijn, dan nog is sprake van een probleem dat tot nu toe sterk is onderschat. Als een op de twaalf Nederlanders verslaafd is aan internet, is dat twee keer zo veel als het aantal problematische drinkers dat dagelijks acht glazen alcoholische drank nuttigt. Het wordt dus hoog tijd voor een overheidscampagne zoals: Internet, de kater komt later. Of een bob-slogan voor de elektronische snelweg, de bewust internettende bestuurder: Bib jij of bib ik?
Natuurlijk is nader onderzoek nodig, maar als inderdaad blijkt dat internet meer kapot maakt dan je lief is, behoort de overheid daar bezorgd over te zijn. Misschien moet er een verbod komen op reclame voor internetproviders of voor bepaalde websites? De Australische regering heeft onlangs gratis internetfilters verstrekt aan alle gezinnen, in de strijd tegen porno - dat zou in Nederland ook een mooi gebaar zijn.
Uiteraard hebben de internetters een eigen verantwoordelijkheid, maar het kenmerk van een verslaafde is juist dat hij of zij zich daar onvoldoende van bewust is. Dan is hulp geboden. Die hoeft niet alleen van de overheid te komen - omstanders moeten niet wachten tot iemand in de goot ligt voor ze ingrijpen. Wie dagelijks een uur of vier, vijf aan het gamen of msn’en is, mag beschouwd worden als een problematische internetter. De test is simpel: draai de stop in de meterkast om en kijk naar de reactie.
Net als bij alcohol zijn vooral jongeren hier een kwetsbare groep. In zulke situaties ligt het gevaar van sociale ontworteling op de loer. Ouders, vrienden, kerkenraden of leerkrachten hebben de plicht om in te grijpen. Het ontbreekt helaas nog aan goede software waarmee ouders eenvoudig de tijdsbesteding van hun kinderen op internet kunnen reguleren. Een goed internetfilter is onmisbaar, maar niet voldoende; ook sociale controle is noodzakelijk.