Roemeense journalisten gezuiverd
BOEKAREST - Een journalist werkte voor de BBC en had altijd felle kritiek op de communisten die na de val van het IJzeren Gordijn in Roemenië aan de macht kwamen. Een andere is een bekende columnist wiens vader een prominente politieke gevangene was.
Jarenlang deelden zij en tientallen andere journalisten een duister geheim: ze waren informanten van de Securitate, de gevreesde geheime dienst van Nicolae Ceausescu. Nu moeten ze openheid van zaken geven in het kader van de campagne Schone Stemmen, onderdeel van een late poging van Roemenië de waarheid over zijn communistische verleden boven tafel te krijgen.Aan de basis van de bekentenissen liggen zo’n 1,3 miljoen dossiers van de geheime dienst met gegevens over samenwerking tussen de dienst en informanten die nu vaak hoge functies bekleden in de politiek, het zakenleven, de journalistiek en op andere maatschappelijke terreinen.
Terwijl Duitsland de confrontatie aanging met zijn traumatische geschiedenis van collaboratie met de Stasi, de geheime dienst van de DDR, hield Roemenië zijn vuile was veilig achter slot en grendel. Pas nu, onder een regering die in 2004 de macht van de communisten overnam, is het land begonnen de archieven van de Securitate stukje bij beetje open te stellen. De journalisten die de afgelopen weken bekenden informant te zijn geweest, waren dat onder druk. De campagne Schone Stemmen heeft gevraagd om openbaarmaking van de dossiers die betrekking hebben op de media.
Zwanger
Voormalig BBC-journalist Carol Sebastian begon zijn collaboratie meer dan twee decennia geleden als tweedejaarsstudent Roemeense en Franse literatuur. Sebastian, een Roemeen, werd bij de geheime dienst ontboden en kreeg te horen dat hij problemen kon verwachten als hij weigerde informant te worden.
De Securitate, die een netwerk van 700.000 informanten onderhield om de 23 miljoen Roemenen in de gaten te houden, wist iets om hem mee onder druk te zetten: hij had een medestudente zwanger gemaakt en was niet van plan met haar te trouwen.
Sebastians bekentenis kwam voor velen als een schok. In de jaren dat hij voor de Roemeense sectie van de BBC werkte had hij zich doen kennen als een uitgesproken criticus van het communistische regime dat na de val van Ceausescu aan de macht kwam. Sebastian zei dat 99 procent van de informatie die hij aanleverde betrekking had op zijn vriend, de dichter Andrei Bodiu. Bodiu heeft de aantekeningen die Sebastian over hem maakte gelezen. Hij noemde die „neutraal” en zei Sebastian te hebben vergeven.
Dat hij niet eerder met de waarheid naar buiten kwam „is een onuitwisbare smet op mijn carrière en mijn leven”, zei Sebastian in juli in een radiointerview. Na zijn bekentenis zegde hij zijn baan bij de televisie op.
De bekentenissen hebben grote emotionele gevolgen voor familieleden van de betrokkenen. Zo vertelde de ex-vrouw van columnist Valentin Hossu-Longin, die de geheime dienst verslag deed van de activiteiten van Roemeense emigranten in Canada, dat zij niet kon stoppen met huilen toen ze had vernomen over zijn banden met de Securitate. „Hij had moeten weigeren, vanwege zijn vader die politieke gevangene was”, zei Lucia Hossu, maakster van een goed ontvangen documentaire serie waarin het ware gezicht van het communisme wordt getoond. Haar twee zoons, die ook als journalist werken, zijn kapot van het nieuws over hun vader, zei zij.
De Securitate maakte gebruik van intimidatie, chantage en omkoperij bij het rekruteren van informanten, die soms nog maar 12 jaar oud waren. Ze moesten klikken over vrienden, collega’s en familieleden. De huidige geheime dienst zegt nog steeds informanten bij redacties te hebben.
Dan Ciachir, een bekend commentator op het gebied van geloofszaken, werd in de jaren ’70 door de Securitate geworven door middel van intimidatie. Hij moest voor de dienst een Fransman en een Italiaan in de gaten houden. Zij beloning bestond uit een slof sigaretten. Na een jaar liet de Securitate hem met rust. Hij biechtte zijn zonde op bij een orthodoxe priester en suste daarmee zijn geweten - tot de campagne Schone Stemmen van start ging.
Ophef
Er is veel kritiek op het feit dat de onthullingen pas zeventien jaar na de val van het communisme komen. Roemenië had het voorbeeld van Duitsland moeten volgen en zijn archieven al jaren geleden open moeten stellen, meent de journalist Cornel Nistorescu. „In Duitsland waren de archieven op orde. In Roemenië zijn dossiers vernietigd, verstopt, verbrand en gebruikt voor chantage”, zegt hij. „Ze zouden gewoon alle dossiers moeten openen. Dan zou je drie dagen ophef en verwijten krijgen en dan was de kous af.”
Dat er niet eerder schoon schip is gemaakt komt voor een groot deel doordat de communisten de macht behielden nadat Ceausescu was afgezet en terechtgesteld. En de hoge pieten van toen bezetten nog steeds belangrijke posities. Na het aantreden van de huidige, gematigde regering in 2004 is er echter een begin gemaakt met een zuiveringsproces. De wens van Roemenië om volgend jaar toe te treden tot de Europese Unie speelt daar zeker ook een rol bij.
Er is een Instituut voor Onderzoek naar Communistische Misdaden opgezet dat de Roemenen moet voorlichten over het nabije verleden, onderzoek doen naar de destijds begane misdaden en de daders voor het gerecht brengen. Er zal een database worden aangelegd van de personen die destijds topposities bekleedden in de partij, bij de geheime politie, in het leger en bij justitie.
Nadat politieke gevangenen hem hadden gevraagd het communisme publiekelijk te veroordelen bracht president Traian Basescu bovendien een internationale onderzoekscommissie bijeen. Dit panel, dat in november verslag zal uitbrengen, staat onder leiding van de in de VS woonachtige Roemeense historicus en politicoloog Vladimir Tismaneanu en bestaat verder uit voormalige dissidenten en wetenschappers in en buiten Roemenië. Het onderzoekt schendingen van de mensenrechten en de rol van politici en anderen bij het handhaven van het repressieve regime na een volksopstand tegen Ceausescu waarbij meer dan duizend mensen omkwamen.
De 84-jarige Zaharie Urdea, die twaalf jaar in de Roemeense ’goelag’ doorbracht, vindt dat de initiatieven rijkelijk laat komen. Maar ’beter laat dan nooit’, concludeert hij.