De meetapparatuur geeft informatie over de hoeveelheid stikstofoxiden en ozon in de lucht. Op basis van deze gegevens wordt onder meer de smogverwachting gemaakt. „Van de ruim veertig meetstations in Nederland zijn er nu ongeveer tien die niet meer meten op stikstofoxiden en ozon", aldus een woordvoerder van het RIVM. „De aanhoudende warmte maakt dat de airconditioning in de meetstations het niet aan kan. Het is de eerste keer dat dit voorkomt en het levert vooralsnog geen problemen op. Voorlopig levert het meetnet nog voldoende informatie om een beeld van de luchtkwaliteit in Nederland te vormen. Voor de smogverwachting hebben we dus nog voldoende gegevens".In Limburg is overigens woensdagmiddag ernstige smog door ozon ontstaan. In de rest van Nederland komt de ozonconcentratie naar verwachting niet hoger dan matig, zo meldde het RIVM.

Bij ernstige smog treden ozonconcentraties op hoger dan de alarmdrempel van 240 microgram per kubieke meter. Bij niveaus vanaf 180 microgram is sprake van matige smog. Het is woensdag de tweede dag tijdens deze hittegolf dat ernstige smog kan voorkomen. Eerder was dit het geval op 18 juli 2006. Woensdag rond 17.00 uur werd in Heerlen 265 microgram ozon gemeten.

Smog ontstaat als er veel verontreinigende stoffen in de lucht hangen. Weinig wind uit zuidoostelijke richting veroorzaakt dat. „Mensen met ziekten aan de luchtwegen en mensen die extra gevoelig zijn voor ozon moeten extra opletten. Mogelijke klachten kunnen zijn irritatie van ogen, neus en keel, luchtwegklachten, benauwdheid, hoest en hoofdpijn. Mensen die risico lopen moeten zich vooral in de middag en vroege avond niet langdurig in de buitenlucht inspannen. In deze uren is de concentratie van ozon het hoogst".