„Duitser barbecuet zelfs in de regen”
ALMELO - Vroeger werd de kachel ermee aangemaakt, tegenwoordig belandt houtskool nagenoeg altijd in de barbecue. Het kan bijna niet missen of de bonkige zak bij de plaatselijke supermarkt komt bij het Twentse Carbo vandaan, de enige houtskoolproducent in de Benelux.
De telefoon bij Carbo rinkelt haast continu. Moeiteloos wisselend tussen Nederlands en Duits beantwoordt verkoopdirecteur Willem van de Kolk de vragen van afnemers. Het aanhoudende zomerweer legt de houtskoolproducent uit Almelo geen windeieren. „Het gaat keihard. Als je nu een kijkje neemt bij onze opslag tref je slechts pallethout en gescheurde zakken aan.”Carbo is een bedrijf met een lange historie. Al sinds 1850 houdt de onderneming zich bezig met de productie van houtskool. Jarenlang was het bedrijf -toen nog onder de familienaam Beekman- gevestigd in Uddel, maar eind jaren negentig stak de provincie Gelderland een stokje voor de uitbreidingsplannen van Carbo: de houtskoolbranderij zou te veel overlast veroorzaken voor omwonenden.
De gemeente Almelo ontving het bedrijf echter met open armen. Van de Kolk: „De grond was hier goedkoop en bovendien zitten we nu nog dichter op onze grootste afzetmarkt Duitsland. Dat is belangrijk, in de houtskoolbusiness draait het om snelheid: als het vandaag mooi weer is, willen winkels ons product morgen al op de schappen hebben.”
Belandt houtskool vandaag de dag vooral in de barbecue, tot eind jaren zestig gold het als ultiem aanmaakmiddel voor de kachel. Van de Kolk: „Met de opkomst van aardgas is die toepassing geheel verdwenen.”
Het bedrijf had echter het geluk aan zijn zijde: in exact dezelfde periode waaide het succes van de Amerikaanse barbecue over naar Europa. „Je zou het niet zeggen, maar voor 1970 wist praktisch geen Nederlander wat een barbecue was.” Voilà, de vraag naar houtskool bleef op peil.
Niet alleen de toepassing van houtskool wijzigde, ook de productiemethode onderging in de loop der jaren grote veranderingen, legt de verkoopdirecteur -die al 37 jaar aan de houtskoolbranderij is verbonden- uit. „Vroeger werd het hout op grote stapels, zogeheten meilers, gegooid en afgedekt met plaggen. Nadat de meilers in vlam waren gezet, duurde het nog ongeveer zes weken voordat de smeulende houtmassa in houtskool was veranderd.”
Was er destijds 15 kilo hout nodig voor de productie van 1 kilo houtskool, vandaag de dag is dit slechts 3 kilo. Ook het gemiddelde verwerkingsproces verkortte: van zes weken tot een halve dag. Die productiviteitswinsten zijn vooral te danken aan de ontwikkeling van een ingenieus gesloten systeem van stalen ovens, waarbinnen het hout brandt op de rookgassen die het zelf ontwikkelt.
De rookoverlast daalde door de innovatieve productiemethode tot nagenoeg het nulpunt, meent Van de Kolk. „Door de immense hitte ontsnapt uit de oven eigenlijk alleen maar warme lucht. Natuurlijk ontkom je niet aan ietwat geur, maar dat is bij een bakkerij ook het geval.”
Het hout dat Carbo tot houtskool verwerkt, betrekt het van talloze bedrijfjes waar het als restmateriaal overschiet. Van de Kolk: „Houtzagerijen, klompenmakers, meubelfabrikanten, palletproducenten: je kunt het zo gek niet bedenken.” Het eigen restmateriaal (houtkoolstof en stukjes houtskool die te klein zijn om in de zak te mogen) laat Carbo in Duitsland tot briketten persen.
In totaal zet Carbo jaarlijks zo’n 30.000 ton houtskool om, in euro’s levert dat „enkele tientallen miljoenen” op. Een deel van die afzet importeert Carbo, het grootste deel produceert de onderneming zelf. Naast de vestiging in Almelo (6000 ton) beschikt de Twentse houtskoolbrander ook over productiefaciliteiten in Zuid-Afrika, Namibië en Ghana. Van de Kolk: „De invoer betreft voornamelijk tropisch hardhout. Dat brand minder snel op dan de zachtere Europese houtsoorten. Al hebben die weer als voordeel dat ze sneller branden. Voor de perfecte mix husselen we de verschillende houtsoorten door elkaar.”
Ongeveer een kwart van de productie van Carbo -in 2000 overgenomen door houtbrikettenfabrikant Ekoblok- vindt zijn weg naar afnemers in Nederland, de bulk gaat naar Duitsland en Engeland. Grootste klant in Nederland is Albert Heijn, die het houtskool onder het eigenmerk BBQ verkoopt, maar ook bijna alle andere supermarkten en benzinestations behoren tot de vaste klantenkring. Van de Kolk: „Zo’n 85 procent van het houtskool dat in Nederland verkrijgbaar is, komt bij ons vandaan.”
Weet de doorsnee Nederlander een barbecuetje op zijn tijd de waarderen, Duitsers zijn er compleet aan verknocht, stelt de verkoopdirecteur. Alleen al de winkels van discounter Lidl in Duitsland namen dit seizoen reeds 5 miljoen zakken houtskool van Carbo af. „Al vanaf maart duiken Duitsers bij het minste zonnestraaltje de tuin in. En bij regen eten ze het vlees gewoon binnen op.”