WorldCom op de rand van een faillissement
De Amerikaanse telecomgigant WorldCom vraagt mogelijk nog dit weekeinde of anders uiterlijk maandag uitstel van betaling aan. Het bedrijf gaat gebukt onder een schuldenlast van 32,8 miljard dollar (32,8 miljard euro) en kan wegens het recente boekhoudschandaal nauwelijks meer aan geld komen om de onderneming draaiende te houden.
Twee advocatenkantoren die zijn gespecialiseerd in faillissementen, Weil Gotshal & Manges en Simpson, Thacher & Bartlett, deelden de directie en de raad van bestuur donderdag mee dat een faillissement momenteel de enige uitweg is die WorldCom een redelijke kans op overleven biedt. Enkele leden van de raad van bestuur willen overigens nog proberen een partij in de telecomsector te vinden die bereid is WorldCom in z’n geheel over te nemen.
WorldCom meldde vorige maand een boekhoudfraude van 3,85 miljard dollar. Dat leidde niet alleen tot onderzoeken van de Securities and Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse beurswaakhond) en van justitie, maar dat leidde er ook toe dat banken de geldkraan dichtdraaiden. Een groep banken heeft een schadeclaim ingediend tegen WorldCom omdat zij het bedrijf een lening van 2,65 miljard dollar verstrekten terwijl het bedrijf hun klaarblijkelijk valse cijfers voorspiegelde.
Een andere groep banken, waaronder J. P. Morgan Chase en Citigroup, is intussen wel bereid 2,5 miljard dollar te lenen om WorldCom wat financiële ruimte te verschaffen in de eerste fase van het faillissementsproces. Deze lening is verzekerd door bezittingen en gegarandeerde tegoeden van WorldCom. Die zijn volgens het bedrijf in totaal nog 103,8 miljard dollar waard, maar sommige marktanalisten denken dat dat een wat al te optimistische becijfering is.
Als WorldCom daadwerkelijk uitstel van betaling aanvraagt, lopen klanten die gebruikmaken van de telecom- of datadiensten van het bedrijf voorlopig geen risico. De Federal Communications Commission (FCC), die de Amerikaanse communicatiewereld reguleert, heeft de bevoegdheid bedrijven die diensten willen staken in het belang van publiek, overheid en bedrijfsleven te dwingen die dienstverlening voorlopig minstens een maand langer te garanderen.