Kerk & religie

Balgentreders in de kerk van Marsum

TERMUNTEN - Oost-Groningen kent misschien wel de grootste concentratie middeleeuwse kerken in Nederland. Wie het ene dorp uitrijdt, ziet gelijk al de romaanse kerktoren van het volgende dorp. „We hebben prachtige kerken en zijn er trots op”, vindt een Termuntenaar.

J. M. Stolk
21 July 2006 10:08Gewijzigd op 14 November 2020 03:57
De kerk in Marsum is in de tweede helft van de twaalfde eeuw op een heuvel, een wierde, gebouwd. Het godshuis is geheel uit baksteen opgetrokken en heeft een dak met halfronde holle en bolle pannen, die monniken en nonnen worden genoemd. Foto RD
De kerk in Marsum is in de tweede helft van de twaalfde eeuw op een heuvel, een wierde, gebouwd. Het godshuis is geheel uit baksteen opgetrokken en heeft een dak met halfronde holle en bolle pannen, die monniken en nonnen worden genoemd. Foto RD

Het kerkje in Termunten staat onder aan de dijk bij de Eems. Tussen de grafstenen rond de kerk lopen een paar schapen. Het godshuis stamt uit de dertiende eeuw, zo blijkt uit een bordje bij de ingang. In de kerk is nog een romaanse doopvont te zien van Bentheimer zandsteen. Beschadigd, dat wel.„Eén keer per maand wordt hier gepreekt”, weet een buurtbewoner. De man, gekleed in een blauwe overall, rommelt wat aan de motor van zijn tractor. „De andere weken moeten ze naar de gereformeerde kerk of de hervormde kerk in Woldendorp.” En hijzelf? „Ik vind de kerk prachtig, maar zelf ga ik niet meer.”

Akzo Nobel
De kerk in Termunten is de eerste op een route langs dertien kerkgebouwen in Oost-Groningen. De tocht is uitgestippeld door de stichting Vom Himmel hoch, een organisatie die zich inzet voor de bescherming van monumentale kerkgebouwen in Nederland. Op haar website staan foto’s en informatie over de kerken, die zich bevinden in de gemeenten Delfzijl, Loppersum en Menterwolde.

De meeste kerken stammen uit de dertiende- en veertiende eeuw en hebben een romanogotische stijl. Ze zijn gebouwd van baksteen en hebben vaak blinde nissen en gevelversieringen. Bijna alle kerken op de route zijn toegankelijk. Wie voor een dichte deur staat, kan een sleutel ophalen op een nabijgelegen adres. Vaak is dat een boerderij, soms de plaatselijke bakker of fietsenmaker.

Omdat een routebeschrijving ontbreekt, is het soms even zoeken naar het kerkgebouw. Vooral naar het middeleeuwse kerkje van Heveskes. Dit dorp werd in de jaren zeventig afgebroken om plaats te maken voor een industriepark en is daarom op geen enkele kaart te vinden. Alleen een boerderij en de kerk bleven over. Anders ging het met het buurdorpje Oterdum. Bij een dijkverzwaring in de jaren zestig werden alle huizen afgebroken, inclusief de eeuwenoude kerk.

Niemand gebruikt het kerkje van Heveskes nog. Het staat dan ook midden tussen de bedrijfspanden en gasinstallaties van chemieconcern Akzo Nobel. Af en toe rijdt er op enkele meters afstand een goederentrein langs. Maar de machinist heeft allang geen oog meer voor de middeleeuwse kerk met achttiende-eeuwse toren.

Monniken en nonnen
De buurtschap Marsum is zo klein dat aan het begin van het gehucht een bord staat met daarop de achternamen van alle inwoners. Negen gezinnen wonen er aan dit hoefijzervormig landweggetje. Toch bezitten de inwoners van ”Maarzm” misschien wel de mooiste kerk op deze route. De kerk, tot de Reformatie gewijd aan Sint-Martinus, is gebouwd in de tweede helft van de twaalfde eeuw en ligt midden in de weilanden op een heuvel, een wierde. Het godshuis is geheel uit baksteen opgetrokken en heeft een dak met halfronde holle en bolle pannen. Monniken en nonnen heten die in de volksmond.

Het kerkje is open. Het is er donker; alleen door de smalle ramen valt wat licht. Achter het koorhek staat het Theophilusorgel, een reconstructie van een orgel zoals dat is beschreven in twee middeleeuwse manuscripten. De klank van het instrument is mild, ietwat hees. Dat komt door de conische vorm van de pijpen: ze worden naar boven toe steeds wijder. Per toets zijn er twee houten pijpen, elk met een eigen toonhoogte. Maar die versmelten zo dat er toch één toon klinkt.

Orgelliefhebbers kunnen bij de boerderij van de familie Dijkema de sleutel van het koorhek ophalen en achter het instrument plaatsnemen. Maar niet alleen - je moet met z’n drieën zijn om klanken uit het orgel te kunnen toveren. Eén bespeler en twee balgentreders.

Dit is het eerste deel van een tweeluik over romaanse kerken in Oost-Groningen. Zaterdag deel 2: ”Een steunbeer tegen de toren van Bierum”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer