Buitenland

„Holocaust was geen motief voor aanslag op Hitler”

MUNCHEN - Voor de Duitse militairen die op 20 juli 1944 een mislukte aanslag op Hitler pleegden, was de Holocaust geen motief voor hun daad. Dat stelt de historicus Johannes Hürter, die daarmee een debat over het morele gehalte van de Wehrmachtofficieren op gang heeft gebracht. „Al in juli 1941 wisten ze van de moord op de Joden. De bevelen daartoe hebben ze zelf ondertekend.”

20 July 2006 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 03:57
<center> HURTER …politieke en militaire motieven…
<center> HURTER …politieke en militaire motieven…

Von Stauffenberg staat op een voetstuk in Duitsland. Samen met andere legerofficieren was hij er bijna in geslaagd de Führer met een springlading om het leven te brengen. Hitler raakte slechts gewond en liet de samenzweerders oppakken en doden. Een enkeling, onder wie Rudolf-Christoph von Gersdorff, ontsprong de dans en overleefde uiteindelijk de oorlog.Hürter, die verbonden is aan het gerenommeerde Institut für Zeitgeschichte in München, ontdekte in Stasi-archieven dat een eenheid van de SS onmiddellijk na de inval van het Duitse leger in de Sovjet-Unie alle weerbare Joodse mannen ombracht. „Die SS-eenheid trok achter de Wehrmacht aan. Uit documenten blijkt dat Von Tresckow en Von Gersdorff, die later leidende figuren binnen het verzet zouden worden, al in juli 1941 wisten dat zich in de Sovjet-Unie een volkerenmoord voltrok.”

Von Tresckow pleegde na de mislukte aanslag van 20 juli 1944 zelfmoord. Von Gersdorff overleefde de oorlog en schreef in zijn memoires dat hij pas in de herfst van 1941 van de oorlogsmisdaden had vernomen. Zijn herinneringen hebben het beeld geschapen van de ”opstand van het geweten”.

De documenten die Hürter vond, plaatsen Von Gersdorff en de andere Wehrmachtofficieren in een ander daglicht en werpen verschillende vragen op. Als ze hebben geweten van de Holocaust, was de morele verontwaardiging daarover dan wel een motief om een moordaanslag op Hitler te plegen? Wilden ze de Führer soms ombrengen omdat de oorlog niet naar wens verliep? Hürter: „Ik stelde mij in ieder geval de vraag waarom Von Gersdorff niet de waarheid sprak. Waarom zei hij niet gewoonweg: „In juli 1941 wisten we van de massamoord op Joodse mannen en pas in het najaar van 1941 van de moord op Joodse vrouwen en kinderen.””

Volgens de medewerker van het Institut für Zeitgeschichte rekende het officierskorps bij de inval in juni 1941 op een snelle overwinning op de Sovjet-Unie. „Men verwachtte dat het in twee, drie maanden afgelopen zou zijn. Het Rode Leger bestond in de ogen van de Wehrmacht uit eenvoudige soldaten die werden aangevoerd door fanatieke functionarissen. Als het Duitse leger die functionarissen zou uitschakelen, zou het gebeurd zijn met het Sovjetleger.”

Hitler en met hem de Duitsers waren van mening dat die functionarissen voor een groot deel van Joodse afkomst waren, aldus Hürter. „Het Duitse opperbevel was vanuit militair oogpunt er daarom voorstander van alle weerbare Joodse mannen uit te schakelen. Dat konden immers functionarissen zijn. De executies van de Joodse mannen in de eerste weken zag men als een middel om de oorlog snel te beëindigen. Toen de SS in de herfst van 1941 ook massaal vrouwen en kinderen ging neerschieten, zei men: „Dit gaat te ver.””

Ze hadden dus wel een geweten?

„Inderdaad. Dat ze die aanslag pleegden, getuigt van moed. Dat is ook vandaag de dag nog bewonderenswaardig. Maar, zo vraag ik dan, waarom doet men alsof deze officieren als antinazi’s werden geboren?”

Geeft u zelf het antwoord maar.

„Wat speelt is dat de samenzweerders in de eerste jaren na de oorlog door de bevolking als verraders werden gezien. In de jaren vijftig heeft het de nodige moeite gekost de Duitsers aan het verstand te brengen dat het helden waren die zich tegen de naziterreur hebben gekeerd. Hitler en zijn aanhangers waren de verraders die Duitsland voor altijd hebben geruïneerd. Om bij de bevolking die andere houding tot stand te brengen, heeft men de morele motieven naar voren gehaald. Daarin is men te ver gegaan. Natuurlijk waren er morele motieven, maar er waren ook politieke en militaire motieven om een einde aan het leven van Hitler te maken.”

Reacties op Hürters visie konden niet uitblijven. Een oudere collega van hem bij het Institut für Zeitgeschichte, Hermann Graml, wees de documenten die Hürter opdook van de hand en verwees naar het hoge ethos van de samenzweerders. Hürter: „Graml is een van de historici die na de oorlog aan het publiek moesten duidelijk maken dat de samenzweerders geen verraders waren, maar moedige en goede mensen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer