Buitenland

Liechtenstein na 200 jaar sterker dan ooit

VADUZ - Liechtenstein viert deze maand zijn 200 jarig bestaan als soevereine staat. Het Alpenlandje staat er florissant bij. Het 35.000 inwoners tellende berglandje participeert in internationale verbanden als de VN en behoort tot de rijkste landen ter wereld.

Mark Wallet
14 July 2006 09:54Gewijzigd op 14 November 2020 03:56
VADUZ – Prins Alois von und zu Liechtenstein, zijn vrouw Sophie en de Zwitserse president Moritz Leuenberger tijdens de viering van 200 jaar soevereiniteit van Liechtenstein, woensdag in de Liechtensteinse hoofdstad Vaduz. Foto EPA
VADUZ – Prins Alois von und zu Liechtenstein, zijn vrouw Sophie en de Zwitserse president Moritz Leuenberger tijdens de viering van 200 jaar soevereiniteit van Liechtenstein, woensdag in de Liechtensteinse hoofdstad Vaduz. Foto EPA

Toen het pittoreske landje, dat ingeklemd ligt tussen Oostenrijk en Zwitserland, in 1956 zijn 150e verjaardag vierde, was de situatie nog compleet anders. Internationale organisaties zagen niets in deelname van het ministaatje. In 1920 stemden 28 leden van de Volkenbond -de voorloper van de VN- tegen toetreding van Liechtenstein. Alleen Zwitserland stemde voor. De Volkenbond vond Liechtenstein te klein en daarom niet in staat zijn verplichtingen na te komen. Deze overweging bleef lange tijd reden om Liechtenstein buiten de internationale boot te houden. Pas in 1990 trad het vorstendom toe als lid van de VN.Later volgden de lidmaatschappen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA, 1991), de Wereldhandelsorganisatie (WTO, 1995) en de Europese Economische Ruimte (EER, 1995). De EFTA is een samenwerkingsverband tussen Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland: alle Europese landen die niet aangesloten zijn bij de Europese Unie. In juli 1995 sloten drie van deze landen (met uitzondering van Zwitserland) een akkoord met de EU: de EER. Via de EER profiteren de landen van nagenoeg alle economische voordelen van de EU.

In de jaren vijftig was Liechtenstein sterk agrarisch georiënteerd, terwijl het land nu vrijwel geheel op de handel drijft. Met een percentage van één ondernemer op de elf inwoners is het land enig in zijn soort. Met de groei van de economie steeg ook de bevolking in omvang: van 17.000 in 1960 via 21.000 in 1970 tot de huidige 35.000. Ruim een derde van de inwoners is import.

De geschiedenis van het vorstendom gaat terug tot 1719, toen keizer Karel VI van het Heilige Roomse Rijk de graafschappen Vaduz en Schellenberg verhief tot het Keizerlijk Vorstendom van Liechtenstein. Het gebied bleef echter onderdeel van het Heilige Roomse Rijk. Pas na het ineenstorting van dit rijk in 1806 werd Liechtenstein een soevereine staat. Als zodanig sloot het zich aan bij de Rijnbond: een bond van uiteindelijk 23 Duitse staten met Napoleon als beschermheer. Na de val van Napoleon voegde Liechtenstein zich bij de nieuw gevormde Duitse Bond.

„Wij zijn de enige kleine staat van het Heilige Roomse Rijk die zijn onafhankelijkheid bewaard heeft”, memoreerde erfprins Alois von und zu Liechtenstein deze week tijdens een herdenkingsrede in de hoofdstad Vaduz. Daarbij was het echter altijd afhankelijk van samenwerking met andere landen. Tot het einde van de Eerste Wereldoorlog kende het vorstendom een tolunie met Oostenrijk, wat betekende dat er vrij verkeer van goederen was en een gezamenlijke handelspolitiek tegenover derden. Vanwege een diepe economische malaise die ook Oostenrijk trof, sloot Liechtenstein na de oorlog een tol- en monetaire unie met Zwitserland. Het ’grote’ buurland nam hiermee ook de diplomatieke vertegenwoordiging op zich.

Na de Tweede Wereldoorlog brachten de lage belastingtarieven grote economische groei. Niet minder dan 75.000 buitenlandse ondernemingen hebben momenteel formeel een postadres in Liechtenstein. Alois prees in zijn rede de moed van zijn landgenoten om eigen wegen te zoeken, maar benadrukte tevens dat de huidige florissante positie onmogelijk was geweest „zonder veel geluk en Gods beschikking.”

Alle succes ten spijt, bleef het Alpenlandje de laatste jaren niet gevrijwaard van soms hevige internationale kritiek. In 2000 verschenen er twee kritische rapporten over het Liechtensteinse banksysteem, dat aan malafide figuren uit Rusland, Italië en Colombia de mogelijkheid bood gemakkelijk grote hoeveelheden geld wit te wassen. Hierop hervormde het land de regels, waardoor het niet langer mogelijk is anonieme bankrekeningen te houden.

Recenter is de kritiek op de sterke positie van vorst Hans-Adam II, die vertegenwoordigd wordt door zijn zoon Alois. In 2003 kreeg het vorstenhuis bij referendum de macht om de regering zonder opgaaf van redenen naar huis te sturen en de benoeming van rechters tegen te houden. De vorst gaf te kennen dat hij „niet in de wieg gelegd is om louter als symbool te fungeren.” De voorstellen van Hans-Adam II leidden tot ongewoon felle debatten in het normaal zo eensgezinde staatje. Uiteindelijk stemde twee derde van de bevolking in met de machtsuitbreiding. De Raad van Europa overwoog het landje vervolgens onder toezicht te stellen.

In een gesprek met de krant Liechtensteiner Vaterland naar aanleiding van de feestelijkheden van deze maand, gaf Hans-Adam II nog eens aan nauwelijks onder de indruk te zijn van de kritiek. „Ik heb al lang de indruk dat de oligarchen van de Raad van Europa weinig sympathie hebben voor de monarchie en de directe democratie (in Liechtenstein kunnen 1500 burgers een referendum afdwingen, MW). In hun ogen moet de vorst representeren, het volk applaudisseren en mogen de oligarchen regeren.”

Het typeert de eigenzinnigheid waarmee Liechtenstein als uiterst kleine speler niet zonder succes op het internationale toneel opereert.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer