Oud-agente CIA klaagt Cheney aan
NEW YORK - Voormalig CIA-agente Valerie Plame en haar man, Joseph Wilson, hebben donderdag bij de arrondissementsrechtbank in Washington een aanklacht ingediend tegen onder anderen de Amerikaanse vicepresident Dick Cheney en presidentieel adviseur Karl Rove.
Dezen hebben volgens de klagers bewust de identiteit van Plame als undercoveragente openbaar gemaakt en daarmee haar grondwettelijke rechten en die van haar gezin geschonden.De affaire hang nauw samen met de Amerikaanse invasie van Irak. De Amerikanen beweerden in 2002 dat Saddam Hussein had geprobeerd in Niger uranium te kopen. Dat zou aantonen dat hij bezig was een offensief kernwapenprogramma te ontwikkelen. Oud-ambassadeur Joseph Wilson werd door de CIA op onderzoek uitgestuurd. Hij kwam tot de conclusie dat het verhaal niet klopte.
Wilson meldde dit aan de CIA, maar desondanks herhaalde president Bush de beschuldiging in zijn regeringsverklaring van begin 2003. Kort daarna viel Amerika Irak binnen. Omdat Washington de beschuldiging over de uraniuminteresse van Irak tegen beter weten in bleef volhouden, schreef Wilson een kritisch stuk in The New York Times. Hij beschuldigde de regering-Bush ervan „informatie te manipuleren”, om de invasie van Irak te rechtvaardigen.
Enkele dagen later werd de identiteit van Wilsons vrouw, Valerie Plame, als undercoveragente van de CIA in de Amerikaanse pers bekendgemaakt. Aangezien het openbaar maken van de identiteit van CIA-undercoveragenten strafbaar is, werd een onderzoek gestart. Daarbij bleek dat Karl Rove en Lewis Libby, oud-adviseur van Cheney (na overleg met Cheney) met verschillende journalisten over Plame hadden gesproken. Libby moet begin volgend jaar terechtstaan, omdat hij in dit onderzoek heeft gelogen.
Het echtpaar Wilson-Plame beschuldigt Cheney, Libby, Rove en tien andere Witte Huisfunctionarissen ervan opzettelijk de identiteit van Plame te hebben onthuld om haar echtgenoot „te straffen” voor diens commentaar. Daardoor raakte Plame niet alleen haar baan kwijt, maar het echtpaar en z’n kinderen lopen volgens de aanklacht gevaar „door acties van vijanden van Amerika.” Plame en Wilson nemen het Cheney in het bijzonder kwalijk dat men „uit overwegingen van politieke wraak het werk onmogelijk heeft gemaakt van iemand die binnen de CIA voor de veiligheid van de Verenigde Staten werkte.”