Volgens de theoloog dient „gemeentetucht” ingebed te zijn in „gemeenteopvoeding”, schrijft hij in het jongste nummer van het tijdschrift Ichthys, een uitgave van de evangelicale ”Werkgroep geestelijke oriëntatiehulp in de theologiestudie” (Marburg). Een bestraffing moet „altijd de laatste handeling van de gemeente tegenover haar zondige lid zijn, niet haar eerste.”Tucht is in een „pluralistische en op tolerantie gerichte kerk, die beducht is voor kritische commentaren in de massamedia”, moeilijker geworden, erkent Printz. „In het Nieuwe Testament is een dergelijke praktijk echter vanzelfsprekend.”

Hij wijst erop dat ook de protestantse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) een overtuigd aanhanger van de tucht was. Van hem is het citaat afkomstig dat „concrete zonden genoemd, bestraft en berecht (genannt, gestraft und gerichtet) moeten worden.”

Printz ziet echter een „lange weg” voordat het in de gemeente tot „scherpe consequenties” komt. Zo behoort het volgens hem tot „gemeenteopvoeding” om leden bekend te maken met wat God in de Bijbel van hen vraagt. Meer dan eens zouden mensen -zoals paren die al samenleven voor het huwelijk- zich er nauwelijks van bewust zijn dat zij zondigen.