RWI waarschuwt voor te starre opleidingseisen
DEN HAAG (ANP) – Het hanteren van een algemene plicht voor jongeren om een bepaald opleidingsniveau te halen kan verstarrend werken op de arbeidsmarkt. Zo blijken jongeren die volgens de overheid onvoldoende zijn geschoold, prima aan de slag te kunnen in de bouw, zorg en in de detailhandel. Werkgevers in bijvoorbeeld het onderwijs, elektrotechniek en grafische industrie vragen juist beter opgeleide nieuwe werknemers.
Dat blijkt uit een dinsdag verschenen advies van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). Het kabinet werkt aan een leerwerkplicht voor jongeren tot 23 jaar, waarbij een zogeheten startkwalificatie geldt op havo–, vwo– of de eerste twee jaar mbo–niveau. De RWI stelt dat sectoren verschillende wensen hebben over het opleidingsniveau van starters in hun bedrijven en dat daarmee rekening gehouden moet worden.De RWI adviseert om jongeren met alleen een vmbo–diploma of één jaar mbo niet meer te registreren als ’voortijdig schoolverlater’, omdat ze niet aan de algemene startkwalificatie zouden voldoen. Branches zouden zelf hun sectorstartniveau moeten bepalen.
In de periode 1999 tot en met 2004 vonden jaarlijks gemiddeld 20.000 jongeren met alleen vmbo of eerste jaar mbo werk. De meeste van hen komen terecht in de agrarische secor, metaal, bouw, voedingsindustrie, zorg, transport, weg en railvervoer, horeca, handel en reparatie.
De raad waarschuwt wel dat deze groep werknemers erg kwetsbaar is op de arbeidsmarkt. Daarom moeten ze in ieder geval in staat worden gesteld om al werkende verder te leren en alsnog hun startkwalificatie te halen.
De RWI noemt de gezondheidszorg als goed voorbeeld waar kansen zijn voor lager opgeleiden om door te stromen naar een hoger opleidingsniveau. De meeste schoolverlaters die in de sector aan de slag gaan hebben weliswaar een hbo–diploma, maar ook veel vmbo’ers en mensen met eerste jaren mbo starten er bijvoorbeeld als zorghulp hun carrière. In de jaren 1999 tot en met 2004 ging het gemiddeld om 1800 schoolverlaters.