Een ”dagje minder” na een ”dagje meer”
DEN HAAG - Bijna een kwart van de Nederlanders neemt wel eens een zogeheten Balansdag. Op die dag compenseren zij een keer te veel eten door minder te eten en meer te bewegen.
Dat blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek van het Voedingscentrum. Daaruit blijkt dat acht op de tien Nederlanders ook absoluut niet zwaarder willen worden.Begin dit jaar introduceerde het Voedingscentrum het principe van een ”dagje minder” na een ”dagje meer”. Een halfjaar later is de term Balansdag al aardig ingeburgerd, stelt het Voedingscentrum tevreden vast. Bijna driekwart van de Nederlanders zegt te weten wat een Balansdag precies voorstelt.
Hoewel het voorkomen van overgewicht het doel van een Balansdag is, blijken er meer positieve effecten te zijn. Zo geven mensen die wel eens een Balansdag nemen, aan dat zij zich hierdoor fitter voelen. Bovendien is de Balansdag voor twee op de tien ’deelnemers’ een hulpmiddel om met verleiding om te gaan. Het blijkt een perfect excuus om eens een stuk taart, een bitterbal of een drankje af te staan.
Op een Balansdag is het niet de bedoeling maaltijden over te slaan of extreem weinig te eten. Dat is volgens het Voedingscentrum juist ongezond en heeft net als streng lijnen vaak tot gevolg dat mensen sneller worden verleid door ’caloriebommen’ zoals gebak en vette snacks.
Op de Balansdag kunnen mensen de extra calorieën van een ”dagje meer” verbruiken door gezond en caloriearm te eten of meer te bewegen, juist zonder een dieet te volgen. Door te letten op wat mensen kiezen, zorgen ze ervoor dat ze minder calorieën binnenkrijgen dan normaal. „Hierdoor kan je lichaam de extra’s van de dag ervoor verbruiken en word je al met al niet zwaarder”, stelt het Voedingscentrum. „Ook helpt het om meer te bewegen: Ga bijvoorbeeld op de fiets naar je werk, maak een stevige lunchwandeling, laat de hond extra lang uit of ga sporten.”