Vrije vestiging autodealers door hele EU pas vanaf 2005
Autodealers mogen pas vanaf oktober 2005 buiten hun eigen regio of in andere EU-lidstaten verkooppunten openen. Dat is de belangrijkste wijziging die Europees commissaris Monti (concurrentiebeleid) in laatste instantie nog heeft toegevoegd aan een nieuw systeem voor autodistributie in Europa.
Vanaf oktober volgend jaar mogen dealers al met hun producenten afspraken maken over de doorverkoop van auto’s aan tussenpersonen, die optreden namens klanten in andere EU-landen waar de autoprijzen hoger zijn.
Ook mag vanaf dan al doorlevering plaatsvinden aan supermarkten, autowarenhuizen of internetverkopers. Verder mogen over een jaar in één showroom auto’s van verschillende merken worden tentoongesteld. Er moeten dan wel afscheidingen staan tussen de verschillende merken.
De nieuwe regeling moet de concurrentie vergroten en dus de consumenten lagere prijzen bieden, meent Monti, die de eindbevoegdheid heeft om een nieuwe regeling vast te stellen. Hij wilde zich woensdag niet wagen aan voorspellingen hoeveel goedkoper auto’s worden.
De regels gelden ook voor de verkoop van lichte bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens, bussen en touringcars. Bovendien zijn ze ook van toepassing in de hele Europese Economische Ruimte; naast de EU zijn dat Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De Nederlandse autobranche en consumentenorganisaties denken dat de regeling in eigen land echter tot hogere prijzen zal leiden.
Nederland kent nu de laagste consumentenprijzen, met Denemarken, Griekenland en Finland. Fabrikanten hebben de prijzen in Nederland laag gehouden, omdat de overheid nog eens een speciale bpm-belasting van 43 procent heft op nieuwe auto’s. Door het nieuwe systeem zullen de prijzen in de hele EU dichter bij elkaar komen, wat in Nederland zou leiden tot hogere nettoprijzen, zo verwacht de autobranche.
Monti deed daar laconiek over. De laatste maanden is hij,belaagd’ door de auto-industrie die wilde dat hij zijn plannen zou aanpassen. „Een argument, om niet te zeggen een dreigement, was dat ze de prijzen zouden verhogen.” De Europese Commissie blijft waakzaam. Hogere prijzen niet door gewone concurrentie maar door kartelafspraken, daar kijken we naar, aldus Monti.
Dealers krijgen niet langer de verplichting om in te staan voor het onderhoud. Dat mogen zij uitbesteden aan gespecialiseerde reparatiebedrijven. Fabrikanten moeten zogeheten meerdere merkengarages ook alle technische informatie over al hun modellen ter beschikking stellen. Mochten de autoprijzen in Nederland niet dalen, dan zal volgens Monti de Nederlandse consument in elk geval profiteren van de grotere concurrentie in deze sector.
De commissaris speculeerde erop dat door de grotere concurrentie op de automarkt de belastingtarieven naar elkaar toe zullen groeien. „Door de euro is de markt al transparanter geworden. Hoe groter nu ook de concurrentie, des te groter de druk op de autoriteiten om de belastingen op elkaar af te stemmen.”
Garanties zijn ook van toepassing op auto’s die door zulke bedrijven worden onderhouden. Ook blijven garanties gelden als auto’s zijn gekocht bij dealerfirma’s die over de grens een vestiging openen.
De autosector was als één van de laatste branches in de Europese Unie nog vrijgesteld van de regels voor volledige vrije concurrentie. Concreet kunnen fabrikanten en dealers volgend jaar kiezen voor twee systemen. In het stelsel van zogeheten selectieve distributie mag een dealer vanaf 2005 ook over de grens vestigingen openen. Ook mogen zij doorverkopen aan tussenpersonen of agenten die namens buitenlandse klanten optreden. De commissie denkt dat de meeste fabrikanten voor dit stelsel kiezen.In het exclusieve stelsel moet een dealer binnen zijn regio actief blijven, maar mag wel verkopen aan klanten van buitenaf die zelf contact zoeken. Ook mag onder het exclusieve stelsel een merkendealer grote partijen auto’s doorverkopen aan andere groothandelaars als internetbedrijven en autowarenhuizen.
Alle kritiek op de desastreuze gevolgen voor de werkgelegenheid wijst de Europese Commissie steevast af. Die zorg leeft vooral bij de Duitse kanselier Schröder, die in september verkiezingen tegemoet gaat. Monti vindt dit soort argumenten allerminst overtuigend. „De herstructurering van de sector gaat gewoon door, ongeacht wat Brussel en Berlijn doen.”