Twaalf pelgrims gedood in Irak
BAGDAD - Een zelfmoordaanslag op Iraanse pelgrims in de voor moslims heilige Iraakse stad Kufa heeft donderdag twaalf levens geëist. Negenendertig mensen raakten gewond.
De dader reed met zijn bomauto achter twee bussen met Iraanse pelgrims en liet deze ontploffen toen de pelgrims uitstapten bij de tombe van Maitham al-Tamar. De meeste slachtoffers waren Iraniërs.Teheran riep de Iraakse regering op de verantwoordelijke personen voor het gerecht te brengen. Het verweet de Amerikaanse strijdkrachten niet voor voldoende veiligheid te hebben gezorgd. De explosie vernielde de twee bussen en beschadigde een mozaïekwand van het heiligdom, dat zich dicht bij de moskee van Kufa bevindt. „Het doel is duidelijk: de bedevaart stoppen”, zei de gouverneur van het nabijgelegen Najaf. „Ik denk dat misdadige ba’athisten achter deze daad zitten.”
De voor moslims heilige zustersteden Kufa en Najaf liggen ongeveer 160 kilometer ten zuiden van Bagdad in een relatief rustig deel van Irak. Sjiitische pelgrims die de steden bezoeken zijn echter al meerdere malen het doelwit geweest van aanslagen. In augustus 2004 vielen bij een mortieraanval op de moskee van Kufa 27 doden en 63 gewonden.
De politie meldde nog eens zestien doden door geweld. Op verschillende locaties in de hoofdstad Bagdad werden elf met kogels doorzeefde lichamen gevonden. Op sommige lichamen waren tekenen van marteling te zien.
De Iraakse premier Nouri al-Maliki gaat naar eigen zeggen Amerikaanse functionarissen aanspreken op de volgens hem dagelijkse „stinkende misdaden” van Amerikaanse militairen. Tegenover verslaggevers zei Al-Maliki na een kabinetsberaad donderdag tevens te blijven eisen dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de beschuldigingen dat drie Amerikaanse soldaten eerder dit jaar in Mahmoudiya een meisje verkrachtten en vermoordden. Ook zouden ze drie van haar familieleden hebben gedood. „De vele fouten die leden van de multinationale troepenmacht hebben begaan, veroorzakenen droefheid bij het Iraakse volk”, zei Al-Maliki.
Een Deense rechtbank heeft donderdag in hoger beroep een vrouwelijke legerkapitein en vier marechaussees vrijgesproken van mishandeling van gedetineerden in Irak. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te staven. De vijf werden in januari schuldig bevonden aan het schenden van de Geneefse Conventies, omdat ze drie Iraakse gedetineerden in 2004 tijdens ondervragingen hadden laten knielen in een ongemakkelijke houding. De lagere rechtbank die dit oordeel uitsprak, legde echter geen straf op vanwege verzachtende omstandigheden en gebrek aan duidelijke instructies. Daarmee namen de vijf geen genoegen; ze gingen in hoger beroep.
Na meer dan dertig jaar haalt de Amerikaanse marine rivierboten uit de mottenballen. Deze vaartuigen, ”swift boats”, voerden in Vietnam levensgevaarlijke missies uit tegen de Vietcong, maar daarna verdwenen ze goeddeels van het militaire toneel. De marine wil de boten volgend jaar weer gaan inzetten op de rivier de Eufraat in Irak.
Volgens The Los Angeles Times van donderdag zullen ongeveer 220 militairen worden opgeleid voor missies op de rivier. Zij moeten vooral optreden tegen wapensmokkel en het clandestiene vervoer van buitenlandse strijders.
De Amerikaanse marine had de afgelopen decennia vooral oog voor dominantie op het diepe ”blauwe water”. Maar terroristen en rebellen zijn in Irak ook actief op ondieper water. Op elke boot komen zestien militairen, die zwaarbewapend hun taken zullen uitvoeren.