Binnenland

Levenslang geëist in moordzaak

AMSTERDAM (ANP) - Het openbaar ministerie heeft woensdag in hoger beroep een levenslange gevangenisstraf geëist tegen de 45-jarige Gerrie M. wegens moord en poging tot uitlokking van moord.

6 July 2006 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 03:54

M. zou in oktober 1997 de 55-jarige Heerlense drugshandelaar Math Huren met negen pistoolschoten hebben gedood en diens lichaam vervolgens in een zelfgebouwde oven hebben verbrand. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de zaak behandeld in het extra beveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp.Het OM eiste eerder voor de rechtbank in Groningen eveneens levenslang, maar de rechtbank legde twintig jaar cel op. Volgens de aanklaagster in hoger beroep, S. du Fossé, is de kans dat de „wraakzuchtige” M. nog meer moorden zou plegen dermate groot, dat een levenslange celstraf de enige verantwoorde optie is.

Evenals slachtoffer Huren was M. actief in de handel in hasj. M. zou Huren ervan hebben verdacht dat hij drugsgeld achterover had gedrukt, wat het slachtoffer met de dood heeft moeten bekopen.

M. heeft zich gedurende het gehele proces in stilzwijgen gehuld. Ook heeft hij geweigerd zich door gedragdeskundigen te laten onderzoeken. Het bewijs tegen M. bestaat uit een aantal zeer belastende getuigenverklaringen, afgelegd door onder anderen vroegere handlangers.

Het hart van het bewijs wordt echter gevormd door een brief die M. in 2002 schreef, toen hij wegens drugshandel gedetineerd was in Engeland. In die brief geeft hij een vriend opdracht ooggetuige Koos Z. uit de weg te ruimen. Op die manier zou M. in staat gesteld worden deze Z. de moord op Huren in de schoenen te schuiven, dacht hij. De betrokken vriend heeft geen gevolg gegeven aan de opdracht van M.

Huren werd volgens justitie doodgeschoten en verbrand op het erf van Z. in het Groninger dorp Veelerveen.

Van Huren is geen spoor meer teruggevonden. Eerder dit jaar verrichtte het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek naar mogelijke botresten, gevonden in een vuilniszak die was begraven in de tuin van M.’s woning in Bellingwolde. Het NFI kon geen relatie leggen met het slachtoffer.

Aanklaagster Du Fossé sprak van een „schokkende kilheid en gewetenloosheid” waarmee M. dacht zich van zijn tegenstanders te kunnen ontdoen. Volgens advocaat Piet Doedens is er onvoldoende hard bewijs om M. te veroordelen. De raadsman meent dat zelfs niet vaststaat dat Huren niet meer in leven is. De in de zaak optredende getuigen zijn niet betrouwbaar, meent Doedens.

Het hof doet uitspraak op 19 juli.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer