„Kosten blindheid in Nederland te hoog”
UTRECHT - Nederland kan jaarlijks 715 miljoen euro besparen op het behandelen van blindheid en slechtziendheid. Dat zegt oogarts dr. H. Limburg, coördinator van het door de Wereldgezondheidsorganisatie opgerichte Vision 2020, een stichting die wereldwijd het aantal vermijdbare oogaandoeningen wil terugdringen.
Limburg becijfert dat vorig jaar in Nederland 225.000 mensen voor blindheid en slechtziendheid zijn behandeld. De kosten daarvoor bedroegen 1.395 miljard euro.Blindheid of slechtziendheid kan worden veroorzaakt door een vertroebeling van de ooglens (cataract), lekkende bloedvaten in het netvlies (diabetische retinopathie), een te hoge druk in de oogbol (glaucoom) of slijtage van het netvlies (leeftijdsgebonden macula degeneratie). Van deze aandoeningen geldt alleen de laatste als slecht behandelbaar.
De overige kunnen volgens Limburg worden verholpen of in elk geval flink worden vertraagd met relatief eenvoudige en goedkope operaties, laserbehandelingen of medicamenten. Wanneer de patiënten die zich in 2005 met dergelijke aandoeningen meldden vroegtijdiger waren gesignaleerd en behandeld, had dat alles bij elkaar zo’n 680 miljoen gekost, aldus Limburg. Dat is 715 miljoen euro minder dan nu aan hen is uitgegeven.
Limburg zoekt de oorzaak deels bij patiënten. „Velen beschouwen slechtziendheid als verschijnsel dat bij het ouder worden onvermijdelijk de kop opsteekt. Het leidt ertoe dat sommigen het maar zo laten, het te lang aanzien of tevergeefs wachten of het uit zichzelf weer overgaat.”
Ook artsen geeft hij een veeg uit de pan. „Als alle diabetespatiënten jaarlijks worden gecontroleerd op hun ogen, komen we eventuele oogaandoeningen sneller op het spoor. Nu gebeurt dat slechts in ongeveer de helft van de gevallen.”
Limburg vindt verder dat sommige artsen zich te veel richten op complexe en uitdagende ingrepen in plaats van zich af te vragen hoe ze met goedkope en eenvoudige ingrepen zo veel mogelijk kunnen doen. „Niet de hobby’s van de professor zijn belangrijk, maar de vraag hoe je blindheid en slechtziendheid zo gemakkelijk en goedkoop mogelijk voorkomt.”
Verstandelijk gehandicapten en ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen horen volgens Limburg tot de groep mensen bij wie behandelbare oogaandoeningen het snelst over het hoofd worden gezien. „Bij hen richt de aandacht zich al snel op problemen die als urgenter worden beschouwd.”
Het meest maakt de arts zich echter zorgen over het groeiend aantal zelfstandig wonende ouderen. Een risicogroep, die nog niet in de medische kaartenbak zit, zegt hij.
Op dit moment telt Nederland naar schatting 175.000 slechtzienden en 45.000 blinden. Onder andere door de vergrijzing kan hun aantal in 2020 met 38 procent zijn gestegen tot 440.000.
Ongeveer 85 procent van de mensen met een visuele handicap is 50 jaar en ouder. In de categorie slechtzienden is het aantal vrouwen twee keer zo groot als het aantal mannen. Volgens Limburg is daar nog geen sluitende verklaring voor.
Directeur I. Kolkhuis van de Stichting Oogfonds Nederland neemt de uitlatingen van Limburg serieus. Ze wijst erop dat visueel gehandicapten in toenemende mate buitenspel staan en vindt het tijd dat Nederland dit probleem op de agenda zet.
Kolkhuis stoort zich eraan dat de overheid weigert bepaalde voorzieningen voor blinden te betalen. Ze vindt dat er op z’n minst subsidie moet komen, waarmee de bijsluiters van medicijnen in braillevorm kunnen worden uitgebracht.