Een hof van beroep in New York heeft weliswaar geoordeeld dat de Filipijnse regering geen recht heeft op het geld van de rekening, maar de regering is tegen deze uitspraak in beroep gegaan. De Amerikaanse advocaat van de slachtoffers, Robert Swift, noemde het treurig dat de regering er niet aan wil meewerken dat „de armsten van haar burgers" de wrede mensenrechtenschendingen waarvan ze het slachtoffer zijn geworden te boven komen.„De slachtoffers winnen keer op keer bij Amerikaanse rechtbanken en de regering verliest keer op keer, maar we kunnen de compensatie nog steeds niet uitkeren", aldus Swift.

In 1995 kregen de slachtoffers een schadeclaim van in totaal twee miljard dollar toegewezen, nadat een rechtbank in Hawaii Marcos aansprakelijk had gesteld voor marteling, buitengerechtelijke executies en de verdwijning van politieke tegenstanders gedurende zijn bewind in de Filipijnen, waaraan in 1986 na twintig jaar een eind kwam door een volksopstand. Marcos overleed in 1989 in ballingschap in Hawaii.

De Filipijnse regering heeft tot nu toe 683 miljoen dollar weten te achterhalen van bankrekeningen die Marcos in Zwitserland had. President Gloria Macapagal Arroyo heeft gezegd dat een wetsvoorstel om een deel van het geld te reserveren voor de slachtoffers van Marcos op haar steun kan rekenen.