Cultuur & boeken

Handreiking voor de prediking

Titel: ”Zit het in de prediking?”
Auteur: ds. J. van Amstel
Uitgeverij: Frits Hardeman, Ede, 2005
ISBN 90 76430 38 1
Pagina’s: 87
Prijs: € 8,95.

Ds. J. M. D. de Heer
28 June 2006 13:49Gewijzigd op 14 November 2020 03:53

Het is een voorrecht als oudere predikanten hun levenservaring en de lessen die zij persoonlijk hebben geleerd willen doorgeven aan de gemeenten, ambtsdragers en jongere predikanten. Zo heeft ds. J. van Amstel de kerken een dienst bewezen met een praktische handreiking over de prediking. Ter gelegenheid van zijn veertigjarig ambtsjubileum bundelde ds. J. van Amstel, christelijk gereformeerd predikant te Ede, een aantal artikelen over de prediking, bedoeld voor zijn eigen kerkenraad. Door Frits Hardeman uit Ede is het boekje uitgegeven, zodat het voor meer kerkenraadsleden dienstbaar kan zijn, zo schrijft ds. Van Amstel in het woord vooraf. We mogen wel zeggen dat het boekje niet alleen nuttig is voor ouderlingen maar voor de hele gemeente.

Zorg
In zestien hoofdstukken verwoordt ds. Van Amstel zijn gedachten over onder meer schriftuurlijke, evangelische, onderscheidenlijke, bevindelijke, ontdekkende, bemoedigende en afsnijdende prediking. Door het boekje heen klinkt de zorg door van een herder die in de loop van de jaren heel wat reacties op de prediking te horen kreeg. Is een grote zorg niet dat veel hoorders niet écht beseffen wat de prediking is? Het is geen lezing waarover je gaat discussiëren, maar bediening van de verzoening!

Ds. L. Vroegindeweij zei in dit verband eens: Het maakt zo’n groot verschil of de mens heerst over de preek, of dat de preek heerst over de mens. Het laatste is nodig, het eerste is schadelijk voor onze ziel en onterend voor de Zender van de predikanten. De Heere zendt hen om Zijn Woord te prediken, opdat zondaren, op reis naar een Godsontmoeting, nog zalig zouden worden. De Heere laat de genade in Christus prediken, die overvloedig is voor de voornaamste der zondaren.

Bijbels
Ds. Van Amstel maakt vele behartigenswaardige opmerkingen over de prediking, die het waard zijn overdacht te worden. Soms is het iets moeilijker om te ontdekken wat hij precies bedoelt. Bijvoorbeeld als hij de kritiek verwoordt op een ”Bijbelse prediking”. Sommige mensen, schrijft ds. Van Amstel, vinden het een tekort dat ’slechts’ de Schrift wordt uitgelegd en niet toegepast. Bijbelse preken zonder het toepasselijk element doen dan tekort aan de Schrift. Maar, vragen we ons af, deze mensen hebben toch gelijk? Prediking is uitleg én toepassing van de Schrift. Uitleg van de Schrift zonder toepassing is exegese, maar geen prediking.

Elders in het boekje wordt duidelijk dat ds. Van Amstel beslist die kant niet op wil. De bevinding is een wezenlijk bestanddeel van een Bijbelse prediking, zo lezen we. Heel mooi schrijft hij in navolging van prof. G. Wisse: Een Bijbelse Christusprediking houdt ook in het aangeven hoe een arme zondaar met een rijke Christus verbonden wordt. Onderzoekend schrijft hij dat geraakt worden in het verstand of in het gevoel niet wil zeggen dat de Heilige Geest de prediking heeft toegepast. Ontdekkend schrijft hij: Het gevaar is levensgroot dat velen zich op de been houden met wat we algemene genade noemen.

Ontdekkend
Ds. Van Amstel kent ook de kritiek van hen die de prediking „al snel als te wettisch bestempelen.” Pastoraal antwoordt hij: Het is begrijpelijk dat er veel verzet is tegen ontdekkende prediking. „Het raakt ons te veel wanneer de dingen open en bloot komen te liggen. Dat nemen we niet.” Gelukkig zijn zij die door de eis van de wet ontdekt worden aan hun ellende, voor wie het hopeloos wordt aan hun kant, maar aan wie Gods genade in Christus wordt geopenbaard, door middel van de prediking. Dat zal de band met de prediking alleen maar versterken.

Eerlijk schrijft ds. Van Amstel dat er moeilijk gesproken kan worden van een Bijbelse prediking als er geen rekening mee wordt gehouden dat er twee soorten mensen in de kerk zitten. Aangrijpend is wat, opnieuw, ds. Vroegindeweij hierover al in de jaren zestig van de vorige eeuw al schreef: „Ik zie de tijd aanbreken dat onze jeugd in steden en dorpen niet meer weet dat er tweeërlei volk is op aarde: bekeerden en onbekeerden, dat er een eeuwigheid is en dat sterven God ontmoeten is. Waarom weten wij het niet meer? Omdat vele predikanten zo vaag en algemeen preken dat het gaat lijken op een algemene verzoening en op een algemeen geloof.”

Dringt zulk vaag spreken niet steeds door, ook in reformatorisch Nederland? Klinken de doodsstaat van de mens, de verlorenheid in Adam, de noodzaak van het wonder van de wedergeboorte en het offer van Christus als enige grond van de zaligheid écht door? Die vraag geeft voor Gods knechten stof tot zelfonderzoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer