Het leger zou vorige week drie aanvalsdivisies hebben teruggetrokken van ieder ongeveer 6000 man. De aanleiding was een onderzoek waaruit bleek dat het aantal grensoverschrijdingen door in Pakistan gevestigde islamitische strijders de laatste tijd is afgenomen.

Het ministerie van Defensie ontkende echter dat er troepenbewegingen hebben plaatsgevonden. Een regeringswoordvoerder van Pakistan zei dat Pakistan geen officieel bericht heeft ontvangen over de terugtrekkingen.

De terugtrekking zou hebben plaatsgevonden vóór de aanslag in Jammu van afgelopen zaterdag, waarbij 27 mensen om het leven kwamen. Jammu is de winterhoofdstad van het Indiase deel van Kasjmir. Volgens de Indiase minister van Buitenlandse Zaken, Yashwant Sinha, waren de daders „geïnspireerd door Pakistan” en niet, zoals New Delhi voorheen bij aanslagen zei, „gevestigd in Pakistan.”

Premier Atal Bihari Vajpayee heeft geen verklaring afgelegd over de aanslag van zaterdag. Dinsdag debatteerde het Indiase parlement over de aanslag. De oppositie verweet de regering geen duidelijk beleid te voeren bij de bestrijding van terrorisme. „Om uw zwakte bij het bestrijden van terrorisme te verbergen geeft u de schuld aan Pakistan en klaagt u zo nu en dan bij de wereldmachten”, zei Shivray Patil van de Congrespartij, de grootste oppositiepartij.

Op een markt in Anantnag het Indiase deel van Kasjmir zijn dinsdag twee granaten ontploft. Vier paramilitairen en tien burgers raakten gewond. Anantnag ligt 55 kilometer ten zuiden van Srinagar, de zomerhoofdstad van de Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir.

India en Pakistan hebben samen ongeveer 1 miljoen soldaten langs de gezamenlijke grens gelegerd. Eerder deze maand begon het Indiase leger op drie plaatsen langs de grens landmijnen te verwijderen. Volgens het ministerie van Defensie, dat het bericht aanvankelijk ontkende, gebeurt dat niet ter deëscalatie, maar om te voorkomen dat ze wegdrijven bij zware regenval.