Veerman heeft zijn besluit onlangs meegedeeld aan premier Balkenende en aan het CDA. „Ik heb in mijn hart overlegd wat te doen en het besluit genomen na deze periode te stoppen”, zegt de minister in het vraaggesprek.„Dan vind ik dat je dat ook nu, een jaar voor de volgende verkiezingen, moet laten weten. Er zijn mensen die tegen me hebben gezegd dat ik moet doorgaan, op deze of op een andere post. Die wil ik niet op het laatste moment teleurstellen.” ’

CDA’er Van der Knaap benaderde Veerman in de zomer van 2002 of hij minister van Landbouw wilde worden. Zijn voorgangers De Koning en Mansholt hadden hem al tientallen jaren daarvoor gezegd dat hij die post niet zou kunnen ontlopen. Veerman, die naar eigen zeggen „als de profeet Elisa van achter de ploeg werd weggeroepen”, vindt het na deze kabinetsperiode echter mooi geweest. „Van iedereen die capabel is, mag, vind ik, worden gevraagd een aantal jaren aan de publieke zaak te geven. Ik vind dat ik aan deze plicht heb voldaan. (…) Ik vind dat je niet te lang op één plek moet blijven zitten.”

In de Tweede Kamer is teleurgesteld gereageerd op het besluit van Veerman om ermee te stoppen. Voorzitter Schreijer Pierik (CDA) van de vaste Kamercommissie voor landbouw vindt het „bijzonder jammer” dat de minister niet terugkeert. Veermans grootste verdienste is dat agrariërs weer trots kunnen zijn om boer of tuinder te zijn, stelt Schreijer. „Heel waardevol.”

SGP Kamerlid Van der Vlies vindt het „ronduit jammer” dat Veerman na deze kabinetsperiode niet meer beschikbaar is. „Dat is een verlies voor de landbouwsector.” Van der Vlies – 25 jaar in de Kamer – zou het goed vinden als de bewindsman zijn besluit om na één termijn te stoppen, heroverweegt. „Veerman heeft een sterke reputatie en hij spreekt met gezag. Dat zou gecontinueerd moeten worden.”