PCUSA wil in Israel investeren in de vrede
JERUZALEM - De 217e algemene vergadering van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten (PCUSA) heeft deze week opgeroepen te investeren in bedrijven die zich in Israël bezighouden met vredelievende activiteiten.
De vergadering kwam bijeen in Birmingham, in de Amerikaanse staat Alabama.Met de resolutie, die met 438 tegen 28 stemmen werd aangenomen, sloeg de kerk een andere toon aan dan ze de laatste tijd gedaan had. Twee jaar geleden besloot de algemene vergadering namelijk een onderzoek in te stellen naar bedrijven die zakendoen met Israël en daardoor winst maken van de Israëlische bezetting. Het doel van het onderzoek was de investeringen uit die bedrijven terug te trekken.
Volgens het Israëlische dagblad The Jerusalem Post hield de kerk vijf bedrijven tegen het licht, waaronder Caterpillar. Caterpillar maakt bulldozers, die Israël inzet bij de verwoesting van Palestijnse huizen. In totaal zou het gaan om een bedrag van 7 miljard dollar.
De joodse lobbygroep Anti-Defamation League noemde in een brief aan de afgevaardigden het beleid om investeringen terug te trekken „een obstakel naar de vrede.” De organisatie vroeg de kerkleiders het boycotidee op de bijeenkomst deze week van de baan te vegen.
Uit een onderzoek in november 2004 bleek dat er onder kerkleden en ouderlingen meer tegenstanders dan voorstanders waren van „een geleidelijke, selectieve verkoop” van aandelen van bedrijven die met Israël handelen. Onder voorgangers en andere theologen bestond meer steun voor een boycot.