Spelers in Somalische spel nog niet op één lijn
MOGADISHU - Enkele weken na de verovering van de Somalische hoofdstad Mogadishu door islamitische milities is er nog veel onduidelijk over de beleidsmatige koers van de nieuwe machthebbers. Hoe radicaal zijn ze eigenlijk?
De leider van de Unie van Islamitische Rechtbanken, Sharif Sheikh Ahmed, laat zich graag kennen als een gematigd man met een open houding naar de buitenwereld. Hij houdt persbijeenkomsten in perfect Engels, naar het oordeel van The New York Times, en organiseert lunches met buitenlandse journalisten. „Wij zijn moslims die in vrede willen leven, ook met de rest van de wereld”, verzekert de 41-jarige Ahmed steevast tegenover de pers. „We zijn geen terroristen en we werken ook niet met terroristen samen.”Zijn openheid naar de buitenwereld onderstreepte hij deze week nog eens door mee te delen dat zijn landgenoten wat hem betreft gerust het wereldkampioenschap voetbal in Duitsland mogen volgen. Vorige week spraken moslimmilities een verbod uit op het kijken naar voetbal en sloten ze enkele theaters waarin de wedstrijden live te volgen waren. Voetbal en islam zouden niet samengaan. Er volgden gewelddadige protesten, waarbij twee mensen om het leven kwamen. De strenge milities achter het verbod op voetbal kijken bestempelt Ahmed echter als „niet officieel.”
Het voorval laat zien dat de islamitische milities niet in alles eenduidig denken. Volgens Suliman Baldo, hoofd Afrikaprogramma’s van de denktank International Crisis Group (ICG), vormen ze een zeer heterogeen gezelschap. „Er is een gematigde groepering die een tolerante volksislam voorstaat en vooral orde en veiligheid wil scheppen. Aan de andere kant zijn er ook figuren met zeer extremistische agenda’s”, aldus de Afrikaanse deskundige. De radicale groep oriënteert zich op landen zoals Saudi-Arabië en Afghanistan onder de taliban.
Nu de toestand van volkomen anarchie tot opluchting van veel inwoners van Mogadishu verleden tijd is, dient er zich een nieuwe strijd aan op het terrein van de cultuur. „Het nieuwe Mogadishu is veiliger dan het oude, maar tegelijkertijd gevaarlijker. Het is een gelukkigere plaats, maar ook een meer onderdrukkende”, typeerde correspondent Marc Lacey van The New York Times deze week de situatie in de Somalische hoofdstad.
In het oude Mogadishu bestond er vijftien jaar lang geen enkele orde. Gewapende mannen konden een meisje uit huis slepen en verkrachten zonder dat er iets gebeurde. Milities wierpen wegblokkades op en vroegen geld aan iedereen die wilde passeren. Nu kan het echter gebeuren dat een man voor enkele dagen in de gevangenis belandt omdat zijn kapsel „tegen de islamitische cultuur” indruist. Meisjes kunnen onverwachts worden aangehouden omdat hun kleding niet islamitisch genoeg is. Het verwarrende is dat er op het gebied van de moraal nog geen officiële lijn bestaat. Een interne machtsstrijd tussen gematigde en radicale groeperingen in de unie moet uitmaken welk kant het opgaat.
Ondertussen zoekt ook de officiële overgangsregering onder president Yusuf naar een plaats in de nieuwe orde. De regering zetelt in Baidoa, op ruim 200 kilometer ten noordwesten van Mogadishu, en oefende tot dusver nauwelijks enige invloed uit in het land. Tot veler verbazing kwamen de overgangsregering en de Unie van Islamitische Rechtbanken vrijdag na een dag gesprekken in Sudan al tot een akkoord over een staakt-het-vuren en wederzijdse erkenning.
Verschillende fundamentele kwesties bleven echter nog onopgelost, zoals het heikele punt van een internationale troepenmacht. Yusuf is met steun van buurland Ethiopië druk bezig die samen te stellen om stabiliteit in het land te brengen. Uganda en Sudan hebben zich al bereid verklaard troepen te sturen.
De president roept al sinds zijn aantreden in oktober 2004 om de komst van buitenlandse eenheden in Somalië. Yusufs plannen kunnen in Somalië vooralsnog niet op brede steun rekenen. Ook veel gematigde inwoners wantrouwen zijn samenwerking met Ethiopië. Zij vrezen dat Addis Abeba onder de dekmantel van een interventiemacht weer meer greep op Somalië probeert te krijgen.
De internationale gemeenschap oefent op beide zijden grote druk uit om te komen tot een vreedzame oplossing. De VN vormden een internationale contactgroep voor Somalië, waarin onder meer de VS, Groot-Brittannië, Noorwegen en Tanzania zitting hebben. Hij heeft als taak „positieve politieke ontwikkelingen” te bevorderen en samenwerking te zoeken met spelers binnen Somalië.
„We hebben geen belang bij bloedvergieten en zullen al het mogelijke doen om de levens van de Somaliërs te beschermen”, liet president Yusuf vrijdag weten. Er zal echter nog heel wat overleg en tact nodig zijn om de vele spelers in het Somalische spel op één lijn te krijgen.