Kerk & religie

Biografisch Lexicon wacht op de prins op het witte paard

KAMPEN - Ruim 2200 protestantse theologen uit de afgelopen vijf eeuwen vonden een plaats in het Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme (BLGNP). „Dat geeft dankbaarheid en weemoed. Toch blijft de twijfel knagen”, zegt redactiesecretaris dr. J. W. Buisman. „Het zou me een lief ding waard zijn als we digitaal verder gaan.”

Kerkredactie
20 June 2006 10:15Gewijzigd op 14 November 2020 03:51

De reden: „Er zijn in de recente kerkgeschiedenis genoeg belangrijke figuren die nu buiten de boot vallen. Ik vraag me daarom af of dit prachtige project af is. Zendingsman J. Verkuyl wacht nog op een lemma. Maar hij overleed in 2001 en dat is volgens onze regels te laat, omdat we de grens op het jaar 2000 stellen.”Bijna veertig jaar geleden, in 1967, ging het Biografisch Lexicon van start onder de hoede van het Kerkhistorisch Gezelschap. Lange tijd was het redactiesecretariaat ondergebracht bij de faculteit der godgeleerdheid van de Universiteit Utrecht, sinds 2000 bij de Theologische Universiteit Kampen (ThUK).

Ter gelegenheid van de presentatie van het zesde en laatste deel organiseerde de ThUK maandag een evaluerend symposium. De honderd aanwezigen vormden een soort reünie van kerkhistorici uit alle kerkelijke hoeken van Nederland.

Oud-redactiesecretaris dr. A. de Groot, die bijna dertig jaar het lexicon begeleidde, stelde dat het genre biografisch woordenboek al sinds de achttiende eeuw gangbaar was. De behoefte aan een naslagwerk van Nederlandse theologen en predikanten werd halverwege de negentiende eeuw aanwijsbaar. Ds. G. D. J. Schotel (1807-1892) werd benaderd voor het Biografisch Woordenboek der Nederlanden (onder leiding van A. J. van der Aa). Van de 27 delen heeft Schotel er 24 geredigeerd.

Schotel wilde de erfenis van het verleden ordenen en gebruikte daarvoor het biografische aspect. De oud-redactiesecretaris moest regelmatig aan Schotel denken toen hij dertig jaar lang het lexicon redigeerde. „Ik leed ook niet onder de terreur van het alfabet. Wij konden de kopij na de redactionele werkzaamheden direct naar de drukker sturen omdat we niet behoefden te wachten totdat bij elke letter een artikel aanwezig was.” Het lexicon produceerde in elk deel lemmata van het hele alfabet.

Redactiesecretaris dr. Buisman waardeert in het lexicon de wisselwerking tussen de historische ”Sitz im Leben” en de theologische gedachtegang van een persoon. Vrouwen zijn weliswaar zwaar ondervertegenwoordigd, maar Buisman meldde maandag trots dat in het zesde deel de doopsgezinde feministe Johanna Kuiper een plaats had gevonden. „Verder blijft het lexicon een keurig mannenbolwerk.”

Wordt het lexicon wellicht gedigitaliseerd? Oud-redactiesecretaris dr. J. van Sluis constateerde dat er wereldwijd steeds meer aandacht is voor digitalisering van teksten, maar hij blijft optimistisch over het gedrukte papieren boek. „De ”paperless society” is verder weg dan ooit. In de bibliotheken is men echter veel minder optimistisch over het papieren medium. Digitaliseren is hier het toverwoord. De jongste generatie zoekt al de nodige informatie op internet, via Google, en stapt niet op de fiets naar een bibliotheek. Het aanbod verschuift steeds meer van papier naar digitaal en uiteindelijk zal de balans helemaal doorslaan.”

Heeft het lexicon een digitale toekomst? Van Sluis: „Er is in de redactie wel over gesproken, maar zonder concreet uitzicht en al helemaal zonder plannen. De redactie van het biografisch lexicon wordt vandaag stilzwijgend ontbonden en de werkkamer hier in Kampen zal worden ontruimd. Voor het archief zoeken we nog een bestemming.

In een digitale toekomst is niet voorzien. Er is hoe dan ook een instelling of een structuur nodig om welke plannen dan ook concreet te kunnen invullen. Op dit moment kunnen we weinig meer dan zoeken en wachten op de prins op het witte paard.”

Prof. dr. C. Houtman, voorzitter van de redactie, gaf ten slotte de eerste exemplaren van het laatste deel aan onder anderen vertegenwoordigers van de theologische opleidingen in Kampen, Utrecht, Apeldoorn. Zij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het lexicon.

Houtman: „Veertig jaar, de tijd van een generatie, het werk van een generatie. In zes delen ligt een schat aan historische kennis opgeslagen voor de tegenwoordige en komende generaties. Het is aan hen de waarde en de betekenis ervan te onderkennen en in het licht daarvan zichzelf de vraag te stellen hoe en in welk kader de hier afgehechte draad weer kan worden opgenomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer