Oud-Katholieke Kerk kiest nieuwe koers
AMERSFOORT - De Oud-Katholieke Kerk (OKK) heeft de bezinning over de toekomst van het kerkverband afgerond. Het collegiaal bestuur gaat adviezen van de synode vertalen in nieuwe beleidslijnen voor de komende jaren.
Dat meldt het Bisschoppelijk Bureau in Amersfoort. Het collegiaal bestuur komt op de volgende synodezitting, in november, met concrete voorstellen.De OKK stuurde vorig jaar alle parochies een ”Werkboekje”, waarin de huidige situatie van het kerkverband wordt geschetst. Het heeft onder meer te maken met een dalend ledental en minder inkomsten. De parochies kregen de mogelijkheid de werkboekjes te bespreken en de synode te adviseren.
Naar aanleiding van dit zogenoemde ”breed beraad” heeft de synode het collegiaal bestuur gevraagd de „oud-katholieke identiteit helder te verwoorden” en nieuwe liturgische vormen te ontwikkelen. „Een kleine parochiekerk is geen kathedraal en daarom moet er ruimte zijn voor de lokale beleving. Andere omstandigheden vragen ook om nieuwe vormen. Liturgische taal is geen straattaal maar moet wel begrijpelijk zijn, ook voor willekeurige bezoekers en jongeren.”
Het collegiaal bestuur zal zich tevens buigen over de landelijke organisatie van de kerk, het jongerenbeleid, een integraal personeelsbeleidsplan en de verspreiding van een blad onder alle oud-katholieken.
De Oud-Katholieke Kerk in Nederland ontstond in 1723, toen het kapittel van Utrecht zonder toestemming van Rome Cornelis Steenoven tot bisschop benoemde. Het kerkverband telt zo’n 6000 leden en heeft twee bisdommen: Utrecht en Haarlem. De bisschoppen delen hun bestuursbevoegdheid met het collegiaal bestuur, een vertegenwoordiging van geestelijken en leken.