„Spanje heeft koloniale houding”
Spanje heeft een verouderde koloniale houding inzake het eilandje ’Leila’. Dit schrijven de boze Marokkaanse media op maandag.
Alle commentatoren veroordelen fel de Spaanse verontwaardiging over de inname door Marokkaanse soldaten van het eilandje Perejil, zoals de Spanjaarden het noemen.
Spanje klampt zich vast aan archaïsche, koloniale hersenschimmen, schrijft een krant. Een ander Marokkaanse blad brengt de Spaanse aanspraken op Perejil in verband met Gibraltar, dat Spanje na driehonderd jaar nog steeds van Groot-Brittannië terug wil.
Spanje zou de Marokkaanse observatiepost, die er eind vorige week is opgezet, juist moeten toejuichen. Die is er voor de bestrijding van illegale immigratie en drugssmokkel, zo schrijven de Marokkaanse bladen. Maar in plaats daarvan heeft Madrid „arrogant oorlogsschepen gestuurd naar de door Spanje bezette plaatsen Ceuta en Melilla”.
De Spaanse premier José María Aznar heeft maandag gezegd dat Spanje niet zo maar voldongen feiten accepteert. Aznar sprak maandag in het parlement over de Marokkaanse bezetting van het onooglijke eilandje in de Straat van Gibraltar.
Hij beklemtoonde voor de volksvertegenwoordigers, die maandag het parlementaire jaar openden, dat de status van voor de bezetting door Marokkaanse soldaten moet terugkeren.
Die status betekent voor het omstreden rotseiland Perejil dat Spanje noch Marokko er troepen op zetten, terwijl het stilzwijgend Spaans grondgebied is. Aznar kreeg maandag opnieuw steun uit Brussel, waar de Europese Commissie wederom beklemtoonde dat de unie solidair is met Spanje in het conflict met Marokko over het eilandje.
Dat werd in 1581 door Spanje aan de Portugezen ontfutseld. Pas in 1668 droegen die het eiland en de enclave Ceuta formeel over aan Spanje. Het eilandje ligt aan een drukke vaarroute. Tijdens de Napoleontische oorlogen waren er Spaanse en Britse soldaten gelegerd om Franse vaartuigen te belagen. De wereldmacht in wording, de VS, toonde in 1836 belangstelling voor Perejil om het als bevoorradingsplaats voor schepen te gebruiken. Het Britse Rijk stak daar echter een stokje voor want dat wilde geen Amerikaanse basis pal tegenover Gibraltar.
Het eiland raakte in de vergetelheid. Bij een Frans-Spaans verdrag over de grenzen in Noord-Afrika (1912) wordt het niet genoemd. Evenmin staat er iets over in het autonomiestatuut voor Ceuta uit 1995, maar het staat wel op de officiële landkaarten van Ceuta. Spanje beschouwt het nog steeds als Spaans.
Marokko bestrijdt dat. Marokko claimt alle Spaanse gebiedsdelen in mediterraan Noord-Afrika; Ceuta, Melilla en ten oosten van Melilla; de drie Chafarinas eilandjes en de ’vuurtoreneilandjes’ Peñón de Vélez de la Gomera en Peñón de Alhucemas.