Een uit de hand gelopen verjaardagspartij
AMERSFOORT - Waar volksvertegenwoordigers die hun 12,5 jarig jubileum vieren, tegenwoordig zeldzaam zijn, zit SGP-Kamerlid Van der Vlies al 25 jaar op zijn post. En nog stapt hij, vervuld van plichtsbesef, niet op. „Je kunt een partij die straks moet gaan collecteren toch niet zomaar achterlaten?”
In de politiek wordt veel gelekt, maar SGP’ers kunnen een geheim bewaren. Nietsvermoedend zette partijleider Van der Vlies zaterdag in Maartensdijk de tuinstoelen buiten. Voor de visite. Zijn vrouw was immers jarig?Maar bezoekers kwamen niet opdagen. Aan het begin van de middag werd hij daarentegen meegesleept naar het Van Lodensteincollege in Amersfoort. Waar hij door een visite van zo’n 500 personen werd verwelkomd. In verband met zíjn feestje: zijn 25-jarig Kamerlidmaatschap. „Een verjaardagspartij die iets uit de hand is gelopen”, aldus partijvoorzitter Kolijn.
Precies 25 jaar geleden legde Van der Vlies als betrekkelijk jong Kamerlid de eed af: zo waarlijk helpe mij God Almachtig. „En de Heere hééft u geholpen”, stelde partijvoorzitter ds. Van Heteren zaterdag.
Behalve de Urker predikant blikten ook C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur van deze krant, en C. G. van der Staaij, collega-Kamerlid, terug op de achterliggende jaren. In de periode 1981-2006 nam het percentage op de SGP uitgebrachte stemmen alleen maar af, stelde Janse vast. „We zijn hier dan ook niet samengekomen omdat Van der Vlies ons van de ene overwinning naar de andere voerde. Daar worden SGP’ers niet op afgerekend. Het gaat erom dat zij getrouw zijn geweest op hun post.”
Dat van dat laatste sprake is geweest, daarvan is elke partijganger overtuigd. Door zijn hoge ambtsopvatting en sterke plichtsbesef heeft Van der Vlies de achterliggende jaren ongelooflijk veel uren in zijn werk gestoken, aldus Van der Staaij. „Hij is er de man niet naar om in het Kamerwerk de krenten uit de pap te vissen. Nee, hij wilde zo breed mogelijk meedoen aan zo veel mogelijk vergaderingen, stugge wetgevingsoverleggen incluis.”
En dan al die werkbezoeken, spreekbeurten voor kiesverenigingen en studentenclubs, van Zeeland tot Groningen. „Hoe heeft hij het uitgehouden?”
Het antwoord ligt, behalve in roepingbesef, ook in de arbeidsvreugde die het werk hem gaf. Gnuivend kan hij „van een debat terugkomen als hij weer eens een bepaalde toezegging van een minister heeft losgepeuterd”, aldus Van der Staaij, die tevens wees op de trouwe steun door gezin, partij en fractiemedewerkers.
Maar het diepste antwoord op de vraag kwam van de jubilaris zelf. „Hoe ik het heb volgehouden? Doordat God daartoe de krachten gaf.”
Van der Vlies weet zich met die duiding in het spoor van ds. Zandt, die in 1950 op een jubileumbijeenkomst ter gelegenheid van zíjn 25-jarig Kamerlidmaatschap opmerkte dat „de couranten” spraken van een huldiging. Niets was minder waar, aldus Zandt, het ging helemaal niet om hem maar om de God die hij diende.
Die sfeer, van verwijzing naar Boven, ademde ook de bijeenkomst van zaterdag. En dat niet alleen door de muzikale intermezzo’s door het Urker Mannenkoor. Voor de toegestroomde aanwezigen, onder wie Kamervoorzitter Weisglas (na Van der Vlies het langstzittende Kamerlid) en vicepremier Zalm (momenteel de langstzittende minister), gaf de jubilaris aan „het altijd een verwaardiging te hebben gevonden” Kamerlid te mogen zijn, te meer daar er „fouten, tekortkomingen en miskleunen te over” waren. „Als er één van genade moet leven ben ik het wel.”
De sprekers van die dag konden zich Van der Vlies’ ’miskleunen’ echter nauwelijks herinneren. Met veel pijn en moeite kwam er, aan het eind van de bijeenkomst, een miniem kritiekpuntje te voorschijn. Op tijd op een vergadering komen blijkt niet zijn sterkste punt. Partijvoorzitter Kolijn heeft wat lopen ijsberen. Komt-ie wel, komt-ie niet? „Vandaar dat we u een TomTom hebben gegeven.”
Maar komt al die vertraging uitsluitend doordat hij de weg kwijt is? Kolijn is er niet zeker van. Daarom ook nog een fraai polshorloge. „Zodat we zeker weten dat u in elk geval over de juiste tijd beschikt.”