Binnenland

Kamernet pakt kamernood aan

Als ze in de bus naar school zitten, horen ze soms andere studenten enthousiast praten over kamernet.nl. Rob Koster en Nathan Skwortsow gloeien dan van trots. Hun website, die zoekers en aanbieders van een kamer met elkaar in contact brengt, blijkt een gouden greep. „We bestrijken 90 procent van de markt.”

Evert van Dijkhuizen
12 July 2002 21:02Gewijzigd op 13 November 2020 23:41
WOERDEN - Rob Koster (r.) en Nathan Skwortsow runnen de succesvolle website kamernet.nl, bedoeld voor studenten die reikhalzend uitzien naar een dak boven hun hoofd. „Zoekers hoeven bij ons niet op pad, maar kunnen 24 uur per dag vanuit hun luie stoel rea
WOERDEN - Rob Koster (r.) en Nathan Skwortsow runnen de succesvolle website kamernet.nl, bedoeld voor studenten die reikhalzend uitzien naar een dak boven hun hoofd. „Zoekers hoeven bij ons niet op pad, maar kunnen 24 uur per dag vanuit hun luie stoel rea

Elk jaar zoeken tienduizenden studenten zich blauw naar een kamer. De nood is hoog, vooral in de grote steden. In Utrecht zien 7300 studenten reikhalzend uit naar een dak boven hun hoofd. De wachttijd kan oplopen tot 34 maanden. Voor Amsterdam geldt hetzelfde verhaal.

Tientallen bureaus -gerenommeerde, maar ook louche- bieden zich aan om te bemiddelen. Hun tarieven liegen er niet om. Een inschrijfgeld van 20 of 30 euro is normaal, evenals een maand huur betalen als beloning op het moment dat er een deal totstandkomt.

Nathan Skwortsow -„mijn vader is een Russische violist”- maakte twee jaar geleden de ellende van nabij mee. Hij zocht na een verblijf in de VS een kamer in Utrecht om daar zijn hbo-studie communicatiesystemen af te maken. Nathan (24) schrok van de bemiddelingstarieven en baalde van de wachttijd.

Met zijn evenoude medestudent Rob Koster besloot hij het probleem aan te pakken. In april 2000 lanceerde het duo -„uiteraard na een marktonderzoek”- een website op internet: kamernet.nl. Het systeem werkt even simpel als effectief.

Zoekers en aanbieders van een kamer melden zich aan als lid. Het computersysteem selecteert per zoeker een aantal kamers die mogelijk geschikt zijn. De zoeker neemt zelf contact op met de aanbieder. Die kan besluiten diverse studenten ’op zicht’ te laten komen en bepaalt vervolgens aan wie hij de kamer gunt. De andere zoekers krijgen -als het goed is- een mailtje dat de kamer aan hun neus voorbijgaat.

Het lidmaatschap kost de aanbieders niets. Zoekers betalen 4,95 euro. Voor dat bedrag mogen ze tien keer reageren op een kameraanbieding. Zijn ze dan nog niet voorzien, dan moeten ze opnieuw betalen of verdwijnen ze uit het systeem.

Kamernet.nl telt op dit moment 120.000 leden: 108.000 zoekers en 12.000 aanbieders. Er zijn in Nederland in totaal 125.000 studenten die een kamer zoeken. Nathan: „Wij bestrijken met onze website dus 90 procent van de markt.” De verklaring voor het succes? „Zoekers hoeven bij ons niet op pad, maar kunnen 24 uur per dag vanuit hun luie stoel reageren op aanbiedingen.”

Ook verhuurders zijn gek op kamernet.nl. Geen wonder. Rob: „Ze bieden een product aan, een kamer, en betalen niets. Adverteer eens in een krant; 30 euro ben je zo kwijt.”

Elke maand krijgen Rob en Nathan zo’n duizend nieuwe kamers aangeboden, waarvan 200 in Utrecht en 160 in Amsterdam. De cijfers bewijzen het succes van de website. Afgelopen twee jaar hielp het duo 20.000 studenten aan een kamer. „Dat is vele malen meer dan een gemiddeld bemiddelingsbureau. Dat zit op 500 deals per jaar.”

De roulatie in kamers is enorm toegenomen, aldus Nathan. „Veel studenten onderbreken hun opleiding voor een stage van een paar maanden, al of niet in het buitenland. Die periode verhuren ze hun kamer graag aan een ander.”

Het voordeel van kamernet.nl is dat de verhuurder zelf bepaalt aan wie hij zijn kamer gunt, aldus Rob en Nathan. „Veel kamerbureaus doen de selectie zelf; dan moet de verhuurder er maar op vertrouwen dat hij geen vreemde gasten over de vloer krijgt.”

Veel tijd zijn Nathan en Rob kwijt met het controleren van de aangeboden kamers. „We gaan niet kijken -dat kost te veel tijd- maar bellen de verhuurder om te controleren of de gegevens kloppen.”

Die werkwijze leidt soms tot verrassende ontdekkingen. „We zijn een louche kamerbureau in Amsterdam op het spoor gekomen. Die lui deden alsof ze particulier waren, maar er bleek een heel netwerk achter te zitten van malafide verhuurders. Daar hebben we twee advocaten opaf gestuurd. Sinds die tijd adverteert dat bureau niet meer bij ons.”

Het systeem werkt niet altijd perfect, zo is inmiddels ook gebleken. Nathan: „Zoekers krijgen niet altijd een mailtje terug als ze op een aanbieding reageren. Vooral verhuurders in de grote steden zeggen: Daar beginnen we niet aan, want bij afwijzingen krijgen we soms heel vervelende berichtjes terug. Verhuurders klagen op hun beurt dat zoekers soms niet komen opdagen als ze worden uitgenodigd voor een kennismaking.”

Rob en Nathan houden de sfeer in de ledenclub graag positief en fatsoenlijk. „We doen veel aan voorlichting. Zo leren we de zoekers om met een nette brief te reageren op een aanbieding. Modelbrieven staan op onze website. Vooral in mailverkeer zijn mensen soms erg nonchalant. We willen in dat opzicht graag een beetje opvoedend bezig zijn.”

Natuurlijk moet de website geld opleveren -„we blijven zakelijk”- maar Rob en Nathan vinden het tegelijk een prettig idee dat ze iets aan de enorme kamernood kunnen doen. „Het is een cliché, maar we voelen ons maatschappelijke ondernemers.”

De vele positieve reacties van studenten stimuleren Rob en Nathan om met kamernet.nl door te gaan. „We krijgen regelmatig bedankjes via de mail.” Rob trekt een bureaula open en haalt er een stapel printjes uit. Een ervan lijkt te mooi om waar te zijn: „Ik wil jullie hartelijk bedanken. Meteen de eerste dag dat ik zocht, vond ik een kamer. Liefs, Eva.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer