Islamisten Somalië scheppen eigen orde in de chaos
MOGADISHU - Is er met de vestiging van een islamitisch gezag een einde gekomen aan de jarenlange anarchie in Somalië? Dat is maar de vraag.
Somalië is al vijftien jaar het toneel van totale anarchie. Na de val van president Siad Barre in 1991 strijden rivaliserende krijgsheren op bloedige wijze om de macht in dit land.De strijd tussen de krijgsheren heeft van Somalië een puinhoop gemaakt. Door het ontbreken van een staatsapparaat was de bevolking verstoken van politie en onderwijs en bemoeide niemand zich meer met basale zaken als het onderhoud van de infrastructuur.
Diverse delen van het land -Somaliland, Puntland en Zuid-Somalië- hebben zich sinds 1991 onafhankelijk verklaard, hoewel de internationale gemeenschap hen niet als zodanig erkent. Niet minder dan veertien pogingen tot vredesonderhandelingen en een twee jaar durende interventie van de VN vanaf 1993 hebben weinig tot stand gebracht.
Wel werd in 2000 in buurland Djibouti een overgangsregering geïnstalleerd met het doel orde in de chaos te scheppen. In 2004 tekenden de belangrijkste krijgsheren en politici in Kenia een overeenkomst om tot een nieuw parlement te komen.
De spoedig daarna gevormde overgangsregering benoemde de voormalige leider van de Somalische regio Puntland, Abdullahi Yusuf Ahmed, tot de nieuwe president van het land. In de praktijk heeft de overgangsregering echter nauwelijks gezag.
De hoofdstad Mogadishu was sinds 1991 het speelveld van de krijgsheren. Zij beheersten de export en deinsden niet terug voor plunderingen en (dodelijk) geweld om hun positie te handhaven. In deze chaos probeerden islamitische rechtbanken enige orde te scheppen.
In 1993 richtte een moslimclan een eigen rechtbank op in de hoofdstad. Snel daarna volgden andere moslimstammen dit voorbeeld. Elke rechtbank kreeg zijn eigen militie om macht uit te oefenen. Rijke zakenlieden zagen in de rechtbanken een goed middel om de anarchie te beteugelen en gingen de milities al spoedig financieel ondersteunen. Ook onder de bevolking verwierven de rechtbanken steeds meer steun.
Vanaf de jaren tachtig wint een conservatievere vorm van het islamitisch geloof in het land aan invloed. Terwijl twintig jaar geleden een kleine groep vrouwen een hoofddoek droeg, is dit nu algemeen gebruik.
Het islamitische recht (sharia) vormt de basis voor de rechtbanken, hoewel het gematigder gewoonterecht over het algemeen de overhand heeft. De rechtbanken vormen een heterogene groep. Twee van de elf rechtbanken staan te boek als fundamentalistisch. De tribunalen stellen zich ten doel een einde te maken aan de gevechten op straat, de handel in drugs en bijvoorbeeld de vertoning van pornofilms in bioscopen. Eveneens doen ze moeite om weer enige vorm van onderwijs op poten te zetten.
In 2000 besloten deze islamitische rechtbanken samen te gaan werken en vormden ze de Unie van Islamitische Rechtbanken. Hun macht groeide snel. Ze verdreven de afgelopen maand de Alliantie voor het Herstel van Vrede en Antiterrorisme -zoals het samenwerkingsverband van krijgsheren zichzelf noemt- uit Mogadishu totdat ze afgelopen maandag de overwinning uitriepen.
Een deel van de bevolking verwelkomde het nieuws dat Mogadishu nu in handen is van de islamitische milities. Zij hopen nu op vrede en veiligheid terwijl de krijgsheren altijd in gevechten verwikkeld waren.
De milities worden echter niet door de hele bevolking gedragen. Hoewel Somalië overwegend islamitisch is, zit niet iedereen op de vestiging van een religieuze staat te wachten. Enkele krijgsheren beraden zich op een tegenactie. Krijgsheer Bashir Raghe liet weten „door te gaan de terroristen in Mogadishu te bestrijden.” De anarchie lijkt dus nog niet voorbij.
De New York Times berichtte gisteren dat de Amerikaanse veiligheidsdienst CIA de afgelopen jaren geldelijke steun verleende aan de krijgsheren. De krant baseert zich op diverse bronnen uit Amerikaanse regeringskringen. De VS vermoeden de aanwezigheid van al-Qaidaterroristen in Somalië. De islamitische rechtbanken zouden hun de hand boven het hoofd houden.
Volgens de International Crisis Group (ICG) keerden de VS bedragen tussen de 100.000 en 150.000 dollar per maand aan de krijgsheren uit. De regering in Washington heeft het bericht ontkend noch bevestigd.
De officiële leider van de Unie van Islamitische Rechtbanken, Sharif Sheikh Ahmed, stelt zich op als een gematigd man die zegt enkel orde te willen scheppen in Somalië. Gisteren stuurde hij een brief naar buitenlandse diplomaten waarin hij stellig ontkent dat de unie terroristen in haar gelederen heeft of terroristische groepen steun verleent.
Ondertussen hebben de islamitische milities echter wel de oorlog verklaard aan alle ”ongelovigen”. Een van de leiders repte over een „strijd tussen degenen die de islam steunen en de goddeloze indringers en hun sympathisanten.”
De militieleiders lieten weten dat de Verenigde Staten „een lesje zal worden geleerd” als Washington besluit om met geweld in te grijpen. Ze wezen de VS op de mislukte militaire interventie van 1993. Deze taal wekt andere verwachtingen dan Ahmed wil.