„In jeugdgevangenis doet men maar wat”
TILBURG - In jeugdgevangenissen ontbreekt het vaak aan deskundige hulp aan probleemjongeren. „Men doet soms waar wat.”
Die kritiek uit prof. mr. P. Vlaardingerbroek, hoogleraar jeugd- en familierecht aan de Universiteit van Tilburg. „Kinderen worden wel van de straat gehaald, maar vaak is niet duidelijk wat er precies voor behandeling zal volgen. Dat is ontzettend moeilijk te verkopen naar ouders toe. Kinderen zitten immers niet voor zweetvoeten vast.”Vlaardingerbroek signaleert dat er grote verschillen bestaan tussen de veertien jeugdinrichtingen.
Na het openbaar komen van wantoestanden in jeugdinrichting Harreveld heeft minister Donner van Justitie onlangs een onderzoek naar de jeugdgevangenissen gelast.
Donner verdedigde dinsdag in de Tweede Kamer waarom een omstreden ex-medewerker van de justitiële jeugdinrichting Den Engh een hoge functie op zijn ministerie heeft gekregen. Volgens de bewindsman is de man destijds ten onrechte ontslagen. De commissie van toezicht van Den Engh had vorige maand gemeld dat de oud-medewerker zich bij de inrichting schuldig had gemaakt aan mishandeling van jongens en gedwongen moest vertrekken. Volgens de commissie is de man ook verantwoordelijk geweest voor een lastercampagne in de pers tegen Den Engh.