Kleine bootjes in grote plassen
SEVENUM - Hij stond erbij en keek ernaar. Totdat het kwartje viel. „Goede ideeën liggen voor je voeten en je stapt er overheen.”
Een cool cruiseschip, een stoere sleepboot of een echte vissersboot. Het maakt niet uit welk schip kinderen kiezen in MiniHaven de Schatberg in het Limburgse Sevenum.Ze varen en sturen helemaal zelf. „Als kapitein zijn ze de baas over het schip”, zegt Ernst Bours (51) van MiniPort Nederland. „Soms krijgen ze de kapiteinspet op, draaien zich om naar hun ouders en zeggen dan: „Nu moet jij naar mij luisteren.””
De miniatuurschepen worden gebouwd door Sariboat in het Franse Savinien. „Het halve dorp werkt in de fabriek.” De scheepjes zijn levensecht. Compleet met kompas, marifoon, stuurrad en elektrische aandrijving.
Bours: „Met drie versnellingen vooruit en drie achteruit is de topsnelheid ongeveer 7 kilometer per uur. Kinderen ontdekken dus dat er op een boot geen rem zit. In de haven moeten ze door gas te geven leren hoe je een boot netjes voor de kant legt. Als ze dat lukt, zie je hun zelfvertrouwen groeien.”
Het concept van de MiniHavens komt uit Frankrijk. In het jaar 2000 was Bours er met zoon Yanick en dochter Nanouck op vakantie. Bij de camping kreeg Yanick een folder in handen van een minihaven 30 kilometer verderop. „Hij vroeg aan mij of je zelf in de bootjes mocht varen. We zijn gaan kijken en het was voor de kinderen een groot succes.”
Jaar op jaar bezocht de familie Bours de minihavens. Door heel Frankrijk zijn er ongeveer tachtig. „Volgens mij moeten miljoenen Nederlandse kinderen er in Frankrijk in hebben gevaren.”
In de zomer van 2004 viel bij vader Ernst, interim-manager in de financiële dienstverlening, het kwartje. „Ik stond te filmen met mijn videocamera, keek door de zoeker naar de vijver met de varende kinderen en dacht: Sukkel die je bent. Waarom haal je die bootjes niet naar Nederland?”
Marktonderzoek maakte Bours duidelijk dat er in Nederland wel de traditionele waterfietsen en roeiboten waren, maar geen miniatuurbootjes. „En dat terwijl Nederland bulkt van het water en de consument om nieuwe dingen vraagt.”
Bours ging het avontuur aan. Hij stopte met werken, verkocht zijn nieuwe auto en investeerde in kleine bootjes. Op 12 mei 2005 ging de eerste haven open: bij Landal GreenParks de Schatberg in Sevenum.
Inmiddels zijn er twee bij: in het Zuid-Limburgse Brunssum en op de recreatieplas Bussloo bij Apeldoorn. „In Brunssum is de haven op het Schutterspark het boegbeeld van de vernieuwing van de regio. Het geeft een stimulans aan de omgeving.”
Dit jaar wil Bours nog drie minihavens openen: in Drenthe, Zeeland en op de grens van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Rotterdam? „Het zou mooi zijn als de grootste haven van Europa ook de grootste kleine haven van Nederland kreeg”, glimlacht de ondernemer.
De haven op de Schatberg in Sevenum is compleet met aanlegsteigers, havenlichten, vuurtorens, vaargeulboeien en op ’zee’ een lichtschip en een eiland. Aan de wal staat natuurlijk een huisje voor de havenmeester.
Kinderen vanaf 9 jaar mogen zelf varen, daaronder alleen onder begeleiding van een volwassene. In de boten is plaats voor maximaal vier personen. Het dragen van een zwemvest is verplicht.
Voor scholen zijn er uitgebreide lespakketten beschikbaar. Behalve plezier maken is varen volgens Bours ook kompas lezen, navigeren en sociaal omgaan met de passagiers.
Bours ziet ruimte voor 25 minihavens in Nederland. Zijn onderneming, MiniPort Nederland BV, heeft het distributierecht van het concept miniatuurhavens voor de Benelux en Duitsland. Daar wil hij binnen drie jaar naartoe.
Van de 25 havens wil Bours er 3 tot 5 in eigen beheer houden. De rest wordt via franchise uitgezet. De investering voor een franchisenemer bedraagt tussen de 150.000 en de 200.000 euro, afhankelijk van de lokale omstandigheden. Een kwartier varen kost per boot 5 euro. Bij meerdere personen per boot daalt de prijs.
De franchisenemer mag binnen een bepaalde bandbreedte zelfstandig aanbestedingen doen voor het bootshuis en de infrastructuur. Bouwvergunningen moeten door hemzelf worden geregeld.
De havens tellen minimaal zes en maximaal twaalf boten. Voor tien boten is ongeveer 2 hectare water nodig. „Dan zitten ze elkaar niet in de weg.” Om er ook voor te zorgen dat de uitbaters niet in elkaars vaarwater zitten, houdt Bours minimaal 35 kilometer afstand tussen de verschillende miniatuurhavens in Nederland aan. „Binnen een halfuur moet je in een haven kunnen zijn.”
Zelf stapt de ondernemer nog wat graag aan boord van een van zijn scheepjes. Samen met zoon Yanick. „Dit is zo leuk. Van wat we doen is 40 procent materiaal en 60 procent beleving.”