Buitenland

Hulporganisaties vrezen in Oost-Timor humanitaire crisis

DILI - Het geweld van rebellen en bendes in Oost-Timor drijft steeds meer mensen op de vlucht. Alleen al in de hoofdstad Dili hebben 70.000 mensen huis en haard verlaten, de helft van de bevolking. Hulporganisaties waarschuwen voor een humanitaire crisis.

Buitenlandredactie
1 June 2006 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:48

Zij vrezen dat de vluchtelingenstroom groeit tot mogelijk 100.000 mensen. Ontheemden zijn verspreid over dertig kampen in de hoofdstad. Een groot deel heeft een veilig heenkomen gezocht in kerken en openbare gebouwen.Het katholieke centrum Don Bosco in Dili, waar inmiddels 13.000 mensen verblijven, laat weten geen voedsel meer te hebben. Ook zouden water en medicijnen bijna op zijn. De levering van hulpgoederen wordt door het geweld gehinderd, constateren de hulporganisaties en de Verenigde Naties. Minister Arsenio Bano van Arbeid, die de hulp coördineert, meldt dat 30.000 mensen in dorpen rond Dili eveneens kampen met een tekort aan voedsel en water.

Machtsstrijd
De aanpak van de ongeregeldheden wordt bemoeilijkt door een machtsstrijd tussen president Xanana Gusmao en premier Mari Alkatiri van het straatarme land. Laatstgenoemde weigerde woensdag gehoor te geven aan oproepen om onmiddellijk af te treden. In een vraaggesprek met de Britse omroep BBC zei de eerste minister dat hij aanblijft tot de volgende verkiezingen en dat het jongste geweld niet tot politieke veranderingen zal leiden.

Regeringsfunctionarissen betichten Alkatiri van falend beleid om het geweld in en rond Dili de kop in te drukken. Velen houden hem ook persoonlijk verantwoordelijk voor de jongste golf van geweld, die ontstond nadat Alkatiri honderden militairen had ontslagen. De betrokken soldaten rebelleerden tegen die maatregel. Hun leider, majoor Alfredo Reinado, zegt dat de crisis pas kan ophouden als Alkatiri van het toneel verdwijnt.

President Gusmao trok eerder deze week het commando over de politie- en legermacht naar zich toe in een poging de orde te herstellen. Volgens Gusmao gebeurde dit in nauw overleg met de premier, maar die ontkende dat. „Defensie en veiligheid vallen nog altijd onder de regering en ik ben de regeringsleider”, zei Alkatiri.

Nieuwe troepen
Inmiddels zijn er nieuwe troepen geland ter ondersteuning van een buitenlandse krijgsmacht die probeert een einde te maken aan de chaos en wetteloosheid in en rond de hoofdstad. Australië meent dat er wellicht een semipermanente vredesmacht nodig is om de veiligheid in Oost-Timor te garanderen in de periode dat het land zijn politieke, financiële, juridische en sociale structuren op poten zet.

Australië stuurde vorige week 2000 militairen en er zijn ook 330 manschappen uit Maleisië ter plaatse. Woensdag arriveerden 160 militairen uit Nieuw-Zeeland en volgende week worden nog 120 paramilitairen verwacht uit Portugal, de voormalige koloniale machthebber.

De buitenlandse troepen hebben tot nu toe echter weinig kunnen uitrichten. Ze mogen herrieschoppers ontwapenen, maar schieten mogen ze alleen in zeer bedreigende situaties. Volgens de Australische commandant, Mick Slater, hebben zijn mannen nog geen schot gelost. Wel vuurden ze afgelopen dinsdag vanuit een helikopter traangas af om een straatbende uiteen te jagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer