Euronext verwacht de eerste notering op deze beurs in de tweede helft van het jaar.Euronext liet dinsdag weten toestemming voor de beurs te hebben gekregen van het ministerie van Financiën. Aan kleine en middelgrote bedrijven biedt Euronext „een oplossing voor hun behoefte aan financiering in een omgeving waarin regelgeving steeds stringentere eisen stelt.”

A. de Winter, directeur noteringen van Euronext in Amsterdam, geeft drie voorbeelden van laagdrempeligheid. „Je hoeft maar twee jaar te bestaan als bedrijf, terwijl dat bij een gewone beursnotering drie jaar is. Verder moeten er minimaal 2,5 miljoen aandelen vrij verhandelbaar zijn. Bij een gewone beursnotering is de ondergrens gesteld op een kwart van het totaal. Ten derde hoeven bedrijven hun resultaten niet te rapporteren volgens de internationale boekhoudregels IFRS.” Dat laatste heeft aantrekkingskracht op bedrijven, zo blijkt uit een reactie van B. ten Doeschate van handelsbedrijf Reesink. „We hopen de eerste te zijn op Alternext”, aldus de topman. „Onze concurrentiepositie is erbij gebaat als we niet onder IFRS hoeven te rapporteren.” Reesink zei eind maart af te willen van zijn beursnotering in huidige vorm.

Euronext mikt op bedrijven met een marktwaarde van tussen de 15 miljoen en 100 miljoen euro. Een notering aan Alternext is voor hen al mogelijk vanaf 7500 euro. Naarmate de beursgang groter is, neemt dat bedrag toe. De jaarlijkse contributie is 3000 à 4000 euro, aldus De Winter.

Dat de verlaagde drempel meer risico betekent voor beleggers, is volgens De Winter niet het geval. „De nieuwelingen moeten nog altijd een prospectus maken. Bovendien vallen ze gewoon onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).”

Daarmee is Peter Paul de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) het niet helemaal eens. „Elke belegger moet zich realiseren dat het beleggen in zulke kleinere fondsen meer risico brengt. De kans dat deze beloften waarmaken is minder groot.” Aan de andere kant ziet De Vries wel kansen. „Als zo’n bedrijf het wel goed doet, zijn de rendementen natuurlijk hoger.”

Twee jaar geleden begon Euronext met Alternext in Parijs. Daar zijn inmiddels 37 bedrijven genoteerd met een gezamenlijke marktwaarde van ongeveer 2 miljard euro, aldus het beursbedrijf.