Omgaan met een kwetsbare kudde
Titel: ”Het proces in de kerkenraad als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd”
Auteur: A. L. Veerman
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2006
ISBN 90 239 1997 1
Pagina’s: 380
Prijs: € 27,50.
Dr. Alexander L. Veerman heeft op de afdeling Praktische Theologie van de Theologische Universiteit Kampen onderzoek gedaan naar het proces in de kerkenraad als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd. Het is een indrukwekkende dissertatie die de lezer meeneemt naar een kerkelijke wereld waar woorden als ontreddering, verbijstering en verdriet in vrijwel iedere ontmoeting of bijeenkomst klinken. En doorklinken in de ’s zondagse eredienst. Veerman analyseert in drie cases wat er gebeurt als een predikant seksueel misbruik pleegt met een of meer gemeenteleden. Wanneer geruchten en vermoedens openbaar worden, zien we dat dit een enorme schok teweegbrengt bij kerkenraad en gemeente die velen verlamt. Wie kan deze klap verwerken?
Wat opvalt is dat er voortdurend ’splitsing’ optreedt tussen mensen en organen in en vaak ook buiten de gemeente. Dat kan ook niet anders, want veel mensen hebben evenzoveel opvattingen over wat er aan de hand is. Hoe definiëren we seksueel misbruik? Hoe definiëren we dit misbruik waarvan onze predikant wordt beschuldigd? Wie kun je vertrouwen? Wie kun je in vertrouwen nemen? Wie geeft welke informatie en aan wie? Het geven en hebben van informatie verleent macht, maar ook een grote verantwoordelijkheid.
Verraden vertrouwen, machtsmisbruik en ziekelijke machtsverhoudingen komen voor in alle lagen van de gemeente en doen vaak hun verwoestend werk. In het hele proces speelt de religie een rol. Veerman noemt het ”religieuze discours” als een mogelijkheid om het zondige gedrag van de predikant te benoemen en daar consequenties aan te verbinden. Dat is meer dan alleen maar zeggen dat ieder mens, dus ook de predikant, een zondaar is. De predikant is het immers die in zijn gemeente -in pastorale relaties- zijn positie, invloed, goede verbale vermogen en charme heeft gebruikt voor het seksueel misbruik. Dat een geloofsgemeenschap een unieke gemeenschap is, een gemeente des Heeren, lijkt bijna een open deur.
Chaos
Uit het onderzoek blijkt hoe moeilijk het is om grondwoorden van ons geloof als ”schuld” en ”vergeving” ook werkelijk in de talloze complexe en vaak crisisachtige situaties te praktiseren. Het lijkt dan ook wel eens dat de religieuze context wordt vergeten waarin het misbruik zich heeft afgespeeld. Misschien is dat op enig moment ook wel goed, om al te gemakkelijke of goedkope oplossingen te voorkomen. Immers, niet zelden worden slachtoffers voor een tweede of zoveelste maal misbruikt door het geweld van gemeenteleden of allerlei organen die zich met de kwestie bezighouden. Een en ander kan ik uit ervaring zeggen als het om slachtoffers van incest gaat.
Handvatten om uit de chaos van ontreddering, verbijstering en verdriet in de gemeente te komen, zijn volgens Veerman te vinden in bevrijdingstheologische noties over macht en discours, het zoeken naar het gemeenschappelijke verhaal en het helende aspect van het handelen van de kerkenraad en de kerk. Het ligt niet binnen het kader van dit onderzoek handelingssuggesties te geven voor een door seksueel misbruik gekwetste gemeente. Het onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat er behoefte is aan zelfbewust leiderschap dat dienend en ruimtescheppend aanwezig is, waar de macht aangewend wordt om stem te geven aan degenen die in het heersende discours niet gehoord worden. Ik lees dit als een aanbeveling om predikanten beter voor te bereiden op het werk in de gemeente met al haar zegenen en verleidingen.
Verantwoording
Deze dissertatie maakt ons weer bewust hoe kwetsbaar de kudde is die wij als predikanten mogen hoeden. Het is Zijn kudde en met Hem, de Goede Herder, de Heere Jezus, als voorbeeld zeggen we ja tegen onze roeping. Dat ja geeft ons de verplichting om ons steeds meer te bekwamen in individueel pastoraat, groepspastoraat, het leiden van vergaderingen, kortom: om steeds te reflecteren hoe wij met de vele eisen die aan leiderschap worden gesteld omgaan. Dat betekent bovenal verwerven van inzicht in eigen kennis en vaardigheden die zo noodzakelijk zijn om als predikant, ambtsdrager, leider van de jeugdvereniging of in welk ambt of taak iemand ook in de gemeente heeft. Dat lezen we direct of tussen de regels in het onderzoek van Veerman. Ik zou daaraan willen toevoegen dat we allen, wat ook onze plaats in de gemeente is, verantwoording van onze daden moeten afleggen voor de Heere. Daarbij wordt de vraag gesteld: Hoe bent u met Mijn kudde omgegaan?
Prof. dr. J.C. Borst, M.A. is predikant te Welsum (PKN) en hoogleraar praktische theologie aan de Evangelisch Theologische Faculteit te Leuven.