Kabinet moet belemmeringen ondernemerschap verminderen
Als het kabinet werkelijk krachtig wil stimuleren dat er nieuwe ondernemers opstaan, zou het er goed aan doen het aantal belemmeringen voor ondernemerschap op voortvarende wijze te verminderen, stelt A. P. Schipper in reactie op de visie van staatssecretaris Van Gennip.
Op 19 mei stond op deze pagina een samenvatting van een lezing van staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken ter gelegenheid van de opening van het Utrecht Centre for Education in Management and Entrepreneurship. De essentie van haar verhaal bestond uit de volgende zaken: kenniseconomie vraagt om het vermogen nieuwe vaardigheden te leren en snel toe te passen; internationalisering verruimt de mogelijkheden van landen als China en India; technologische veranderingen verruimen de kansen van hoger opgeleiden en beperken de kansen van lager opgeleiden; de vergrijzing in Nederland bedreigt op den duur de sociale samenhang; ondernemerschap is op deze trends een geschikt antwoord door de prikkel tot creativiteit en uitblinken.De motor achter meer ondernemerschap wordt gezocht in het achterlaten van een behoudende, calvinistische achtergrond van risicomijding en aanvaarding van een cultuurverandering. Onderwijs vormt de basis. Belangrijke groei in kapitaalkracht van ouderen vormt een wezenlijke bron van middelen waaruit de vraag naar nieuwe producten en diensten kan worden gefinancierd.
Risico
Ondernemerschap betekent dat het risico wordt aanvaard dat de werkgever of het collectief de handen van je aftrekt. Voor veel mensen in Nederland een enge gedachte. Verantwoordelijkheid accepteren voor de gevolgen van je eigen daden (succesvol of juist niet) is voor de naoorlogse generaties helemaal niet vanzelfsprekend.
Het is erg spijtig dat de staatssecretaris het verlaten van calvinisme aanprijst als antwoord op de onzekerheid en turbulentie die in de eerste vier bovengenoemde punten is weergegeven. Van een CDA-regeerder mag je anders verwachten, maar dat terzijde.
Een citaat van Gerrit Schutte geeft blijk van een heel andere kijk: „Bovendien heeft calvinisme nooit bestaan, zelfs niet in zijn meest kleinburgerlijke varianten en tijden. Waar komt dan de mythe van het calvinistische Nederland vandaan? In de negentiende eeuw, toen alom werd gezocht naar een nationale identiteit, werd het label calvinistisch geplakt op verhoudingen, gedragingen en eigenschappen die al veel ouder waren. De populariteit nu is het gevolg van het afscheid van de christelijke erfenis. Calvinisme wordt als een containerbegrip gebruikt voor al het christelijk erfgoed dat nu in het vuilnisvat wordt gegooid.”
Overigens komen toch juist in reformatorische kringen relatief veel ondernemers voor? Komt niet juist een positief vertrouwen in God tot uitdrukking door de risico’s en onzekerheden van het ondernemerschap te aanvaarden en daar het beste van te maken?
Onderwijs is volgens mij nog lang niet geschikt als portaal voor ondernemerschap. De manier van denken in het onderwijs en de inrichting van arbeidsvoorwaarden zijn gedreven door gelijkheidsprincipes en niet door risico nemen en daarvoor beloond worden. De zogenaamde privatiseringen en fusies hebben daar geen verbetering in gebracht. De leiding van grote instellingen wordt niet gevormd door managers die zelf ondernemersrisico lopen, eerder een netwerk- en/of politiek risico. Daarnaast vermindert een grote hoeveelheid verplicht gestelde nevenactiviteiten voor leraren het rendement van het lesgeven. Ik verwijs naar de bundel ”Beroepszeer. Waarom Nederland niet goed werkt”, een Christen Democratische Verkenning (zomer 2005).
Niet relevant
Als het kabinet werkelijk krachtig wil stimuleren dat er nieuwe ondernemers opstaan, zou het er goed aan doen het aantal belemmeringen voor ondernemerschap op voortvarende wijze te verminderen. De barricades die er liggen op fiscaal gebied, de organisatie van de factor arbeid, financiering, vestigings- en vergunningenbeleid, administratieve lastendruk enzovoort zijn demotiverend en kunnen veelal slechts worden genomen door ondernemers die al gesetteld en voldoende kapitaalkrachtig zijn.
Ik kan niet beoordelen hoe realistisch het is melding te maken van een kapitaalkrachttoename van ouderen (praktisch een verdubbeling tot 2020). Door de uitwerking die de staatssecretaris eraan geeft, is het mijns inziens ook niet relevant: de extra groeikansen ziet zij kennelijk ook niet in het ondernemerschap maar in de zorg.
Minder calvinisme? Nee, wat mij aangaat niet. Beter onderwijs? Ja, maar het onderwijs heeft de handen vol aan andere problemen. Lagere drempels voor ondernemerschap? Ja, graag. Om dit te doen slagen is er meer nodig dan een paar druppels op een gloeiende plaat.
De Heere geve dat er mensen met de juiste kennis en moed gevonden worden om deze moeilijke missie te laten slagen.
Het Utrecht Centre for Education in Management and Entrepreneurship -waar de hierboven bedoelde lezing gehouden is- begint dus niet onder eenvoudige omstandigheden. Hopelijk valt het erg mee. Het is hem van harte gegund.
De auteur is directeur van Schipper Administration & Accounting Solutions en controller van Breur IJzerhandel Ceintuurbaan BV.