„Kroonprins moet jong op de troon”
Nog een paar jaar en dan zit prins Willem-Alexander op de troon. Een nieuwe koning zal een discussie met zich meebrengen over het koningschap. Hoeveel macht, welke vorm, betrokken bij de formatie of niet? Alle betrokkenen bij de discussie doen er goed aan kennis te nemen van het recent verschenen boekje ”De voor- en nadelen van een koning” van de Britse denker Walter Bagehot.
Het Paleis op de Dam staat tot 2008 volop in de steigers. Tot die tijd zal er geen sprake zijn van een troonswisseling omdat het paleis de ontvangstplek is voor hoge gasten en ook het gebouw waar de abdicatie formeel gestalte zal krijgen. De Grondwet schrijft immers voor dat de inhuldiging in Amsterdam moet plaatsvinden.Ook Kasteel Drakensteyn staat voorlopig nog in de steigers. Het privéonderkomen van koningin Beatrix in de bossen bij Lage Vuursche krijgt een grote opknapbeurt. Zolang de boor- en hamergeluiden er klinken, kan koningin Beatrix er niet gaan wonen.
Kortom, het lijkt er niet op dat de koningin voor 2008 afstand doet van de troon, maar de signalen worden steeds duidelijker dat het zeker geen tien jaar meer duurt, mede gelet op de leeftijd van de koningin, die 68 is.
Dat weten prins Willem-Alexander en prinses Máxima ook. Daarom bereiden zij zich voor en achter de schermen actief voor op hun nieuwe taak. Zo zijn er het afgelopen jaar verschillende deskundigen langsgeweest in Wassenaar voor gesprekken over het koningschap in de toekomst. Concrete aanleiding daarvoor was een congres over de toekomst van de monarchie dat vorig jaar september in Groningen is gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Beatrix.
Victoria
In Groningen viel ook de naam van Walter Bagehot (1826-1877). Deze geniale Britse econoom, socioloog, bankier en schrijver was een diepe denker. In 1867 publiceerde hij een boek over de grondwet: ”The English Constitution”. Een klassieker, in het bijzonder wat de hoofdstukken betreft die over de monarchie gaan. Vooral de drie rechten van een koning zoals Bagehot die formuleerde -het recht geraadpleegd te worden, het recht aan te moedigen en het recht te waarschuwen- zijn een begrip geworden. Die hoofdstukken zijn nu apart uitgegeven in een klein, maar waardevol boekje.
Walter Bagehot -spreek uit als ”Beetsjut”- zet in zijn betoog op een toegankelijke manier de voor- en nadelen van het koningschap op een rij. Hij kiest voor de constitutionele monarchie boven de republiek. De eerste zin is in dat opzicht al veelzeggend: „Het nut van de koningin in haar waardigheid als staatshoofd is moeilijk te overschatten.” Met koningin bedoelt Bagehot koningin Victoria, die in die tijd Engeland regeerde.
Het sterkste argument voor een koning op de troon is voor Bagehot dat de monarchie een „bevattelijke regeringsvorm is. De grote massa der mensen begrijpt haar.” Voor de burger is het veel minder duidelijk wat een minister of een parlementslid precies doet.
Een erfelijk koningschap brengt ook rust in een land, constateert Bagehot. Voor de meeste mensen is de koning het hoofd van de samenleving. „Het zou voor ons een ingrijpende aangelegenheid zijn elke vier of vijf jaar het zichtbare hoofd van onze wereld te moeten zien veranderen.”
Vooral in moeilijke tijden blijkt het belang van een stabiele factor als een koning. Regeringen kunnen vallen, maar de monarch blijft steeds op zijn post. Dat levert hem een voorsprong in kennis en ervaring op ten opzichte van ministers en Kamerleden, benadrukt Bagehot.
Voorwaarde voor het succes van de monarchie is dat de koning of koningin een persoon is „met een scherp onderscheidingsvermogen, bevrijd van alle soorten van vooroordeel, in het bezit van een grote politieke kennis.” Zo’n koning kan „voor zijn onderdanen een betere keus doen dan zijzelf zouden doen.”
In de erfopvolging schuilt direct ook het gevaar van een monarchie, want de vraagt blijft steeds of de troonopvolgers de capaciteiten hebben die wenselijk zijn. Bagehot constateert dat het bij de vorsten die hij heeft meegemaakt niet het geval is. „Kunnen wij een opvolgende reeks van zulke (scherpzinnige) koningen verwachten? Iedereen heeft het antwoord van tsaar Aleksander aan Madame de Staël gehoord, die hem eerde met een declamatie ter ere van zijn verlichte despotisme: Jazeker, madame, maar dat is slechts een gelukkig toeval. Tsaar Aleksander wist heel goed dat de grote capaciteiten (…) nooit aanhoudend zouden worden gecombineerd in wat voor een reeks heersers dan ook.”
Afstand
Critici van het koningschap roept Bagehot op eens vanaf wat grotere afstand naar de monarchie te kijken. „De beste manier om na te gaan wat wij de koningin schuldig zijn, is een flink beroep te doen op onze verbeeldingskracht en eens te kijken hoe wij het zouden stellen zonder haar.” „Dan zien wij namelijk het blote skelet van deze staat (…) en kunnen wij ons vrijwaren van de beschuldiging een onaantrekkelijk substituut te hebben gekozen.”
Als Bagehot nu nog leefde en prins Willem-Alexander en zijn moeder moest adviseren, zou hij hun waarschijnlijk het advies geven afstand te bewaren tot het volk. „De koning moet niet al te zeer met gewone maten worden gemeten. Hij moet ver weg zijn, eenzaam.” Verderop in het boek benadrukt de Britse denker -die ook banden had met de conservatief Edmund Burke- het nog een keer. Te veel openheid over het doen en denken van de vorst beschadigt diens onafhankelijke positie.
Een ander advies van Bagehot zou luiden: niet te lang meer te wachten met een troonswisseling. Een vorst moet jong op de troon komen, vindt Bagehot. „Als hij op middelbare of hogere leeftijd de troon bestijgt, dan is hij niet meer geschikt tot werken.” Een land is gezegend met een „vorst die vroeg begint te regeren, die in zijn jeugd zijn genoegens weet in te tomen, die in zijn jeugd al bereid is om te werken en die van nature een geniale aanleg tot discretie heeft. Zulke koningen behoren tot Gods grootste gaven, maar tevens tot Zijn zeldzaamste.”
Mede n.a.v. ”De voor- en nadelen van een koning”, door Walter Bagehot (vert. Hans van Cuijlenborg); uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2006; ISBN 90 351 2938 5; 96 blz.; € 9,95.