Industrie mag gelijke hoeveelheid CO2 uitstoten
DEN HAAG/PARIJS (ANP) – De Nederlandse industrie mag in de periode 2008–2012 per jaar ongeveer evenveel broeikasgas uitstoten als nu.
Minister Brinkhorst van Economische Zaken en staatssecretaris Van Geel van Milieu kennen voor die jaren een vergelijkbare hoeveelheid rechten toe om het broeikasgas CO2 uit te stoten als in de huidige periode, van 2005 tot en met 2007.Bedrijven kunnen de uitstootrechten verkopen, als ze minder of meer duurzaam produceren. Bedrijven die denken met hun rechten niet toe te komen, kunnen die kopen op de beurs. Greenpeace ziet in de dalende koersen van de afgelopen weken een bewijs te meer, dat de bewindslieden de bedrijven te ruim bedelen.
Brinkhorst wijst erop dat in de nieuwe periode meer bedrijven dan nu emissierechten moeten hebben. Bovendien groeit de economie en dat zal gepaard gaan met een grotere vraag naar emissierechten.
CDA–Tweede Kamerlid Spies toont zich tevreden. Zij verwijst naar een dinsdag gepubliceerd rapport van het Milieu– en Natuurplanbureau. Daarin staat dat het nieuwe zogeheten CO2–allocatieplan de internationale „Kyoto–afspraken” om het broeikasgas terug te dringen binnen bereik brengt.
PvdA–collega Samsom heeft wel kritiek. De Europese Commissie staat toe, dat maximaal 10 procent van de rechten via een veiling aan de bedrijven verkocht kan worden. Samsom ziet graag dat de opbrengst van zo’n veiling gaat naar consumenten, die er door energiebesparing hun voordeel mee kunnen doen. In Nederland zijn de rechten gratis, op ongeveer 4 procent na.
Die 4 procent komt beschikbaar door een vermindering van de rechten voor de elektriciteitsbedrijven. Zij moeten het doen met een vermindering van hun rechten met zo’n 15 procent, waarvan een derde wordt doorgesluisd naar de industrie. Hierdoor wordt rechtgezet, dat ze in de huidige periode de waarde van emissierechten, die ze gratis kregen, hebben doorgerekend in de prijzen.
EnergieNed, de organisatie van de energiebedrijven, vreest dat hierdoor „oneerlijke concurrentie” ontstaat met het buitenland. Zo heeft Duitsland besloten nieuwe centrales geen korting op te leggen om zo noodzakelijke nieuwbouw te stimuleren. Volgens EnergieNed is het bovendien de vraag of Frankrijk ook met kortingen gaat werken. EnergieNed vreest dat de bedrijven CO2–rechten moeten gaan kopen en dat zou kunnen betekenen dat een gemiddeld huishouden per jaar zo’n vijf euro duurder uit zal zijn.
Minister Brinkhorst zegt een voorstander te zijn van het veilen van emissierechten, maar vreest ook dat Nederlandse bedrijven in een nadelige positie komen als andere landen daarin minder ver gaan. De Europese Commissie moet het allocatieplan nog goedkeuren en Brinkhorst wil er voor die tijd met zijn Europese collega’s over praten. Brinkhorst toont zich bereid om nog eens „goed te bekijken” of de korting op de emissierechten van de energiebedrijven ook moet gelden voor nieuwe centrales.
Berends, de emissiedeskundige van de chemische industrie in Europa, hekelt het systeem van toekennen van emissierechten, dat is gebaseerd op uitstoot van broeikasgas in het verleden. Hij pleit ervoor de rechten van de elektriciteitsbedrijven niet te koppelen aan de capaciteit van de installaties, maar aan de hoeveelheid stroom die ze daadwerkelijk leveren. Hij denkt dat het huidige systeem leidt tot „prijsopdrijving”. Bedrijven kunnen nu besluiten de productie stil te leggen en hun rechten gewoon te verkopen. Bedrijven die die rechten kopen, zullen dat doorberekenen in hun stroomprijzen, aldus Berends. De rechten voor de industrie zouden gebaseerd moeten worden op de energie–efficiency van de bedrijven.
GroenLinks–Tweede Kamerlid Vendrik zegt „diep ongelukkig” te zijn met het nieuwe CO2–plan. Hij wil een lager „emissieplafond” en dringt erop aan om meer rechten te veilen.