Laatste woord voor Van der Hoeven
AMSTERDAM - Terwijl zowel Jan Andreae en Michiel Meurs als het openbaar ministerie nog nadenken over vervolgstappen, liet Cees van der Hoeven maandag direct weten in hoger beroep te gaan. Daarmee had de ex-bestuursvoorzitter van Ahold opnieuw het laatste woord.
Schouderklopjes, zoenen, bemoedigende woorden. De drie verdachten Andreae, Meurs en Van der Hoeven krijgen van familie en vrienden steunbetuigingen voordat ze de rechtszaal binnengaan. Roland Fahlin ontbreekt dinsdag door familieomstandigheden.De bode raakt door alle drukte een beetje in de war. Als hij de zaal opent en de zaak aankondigt, kan hij niet op de naam van Andreae komen. Omstanders helpen hem snel uit de brand.
Bomvol zit de Van Namenzaal als rechtbankvoorzitter Frans Bauduin even na halftien begint met het voorlezen van het vonnis. Al snel klinken termen als „verwijtbaar”, „afkeuring” en „wettig bewezen.” Familieleden van de verdachten kijken elkaar eens nerveus aan.
Als Bauduin toe is aan de onderbouwing van de straffen, laat hij op voorhand weten dat Fahlin vrijgesproken wordt. De advocaat van de ex-commissaris grijpt direct naar zijn mobiele telefoon om zijn cliënt per sms op de hoogte te stellen.
Voor de andere drie loopt de spanning dan nog verder op, alle aanwezigen houden hun adem in. Vlak voor het middaguur velt de rechter het vonnis. De rechtbank veroordeelt Van der Hoeven en Meurs tot negen maanden voorwaardelijke celstraf en een geldboete van 225.000 euro. Jan Andreae krijgt vier maanden voorwaardelijk en een boete van 120.000 euro.
In de zaal barst geroezemoes los. De laatste zin van Bauduin -„de zitting is gesloten”- gaat verloren door het tumult.
Het drietal overlegt kort met familie en advocaten, journalisten uit binnen- en buitenland staan echter te popelen om een eerste reactie te vragen. Michiel Meurs is resoluut, hij houdt zijn kaken op elkaar en glimlacht alleen. Zoals alle zittingsdagen.
Van der Hoeven laat zich wel verleiden tot een reactie. „Het was strenge taal die de rechter uitte. Het is louterend om te merken dat een rechter anders naar de feiten kijkt dan ik doe.” Vervolgens laat hij er stellig op volgen: „Ik ga in hoger beroep.” Zijn advocaat reageert later iets minder resoluut.
Andreae is teleurgesteld. „Dit had ik niet verwacht, ik ging uit van vrijspraak.” Hij doet nog geen uitspraak over een eventueel hoger beroep. „Mijn advocaat en ik gaan eerst het vonnis van de rechter eens goed lezen.”
Ook het openbaar ministerie houdt zich op de vlakte. Tijdens een 30 seconden durende persconferentie laat officier Hendrik-Jan Biemond weten dat het OM „nadenkt over een hoger beroep. Daarvoor hebben wij twee weken de tijd.”
Tussen de regels door klinkt teleurstelling door. „In de ogen van het OM hebben verdachten fouten gemaakt, grote fouten. Ze hebben de integriteit van het Nederlandse bedrijfsleven aangetast. De verdachten zijn daarom terecht veroordeeld. Ten aanzien van de straffen komt de rechter echter tot een ander oordeel.”
Van alle partijen is Van der Hoeven de enige die direct duidelijkheid verschaft. Het past bij het beeld dat van hem wordt geschetst: hij heeft altijd zijn woordje klaar. Dit keer had hij weliswaar niet het hoogste, maar wel het laatste woord.