Buitenland

Uitslag Montenegro inspireert Kosovo

PRISTINA - De keuze van de Montenegrijnen voor onafhankelijkheid bij het zondag gehouden referendum geeft een impuls aan de afscheidingsbeweging in het aangrenzende Kosovo. Dat is ongeveer even groot als Montenegro, maar heeft met zijn 2 miljoen ingezetenen ruim driemaal zo veel burgers.

G. Kraja en F. Abrashi (AP)
23 May 2006 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 03:47
CETINJE – De einduitslag van het referendum in Montenegro bevestigt de steun voor de onafhankelijkheid van het Balkanlandje. De kiescommissie maakte dinsdagmorgen bekend dat 55,5 procent van de stemmers de afsplitsing van Servië steunt, terwijl 44,5 pr
CETINJE – De einduitslag van het referendum in Montenegro bevestigt de steun voor de onafhankelijkheid van het Balkanlandje. De kiescommissie maakte dinsdagmorgen bekend dat 55,5 procent van de stemmers de afsplitsing van Servië steunt, terwijl 44,5 pr

De 90 procent van de Kosovaren die van etnisch Albanese afkomst zijn, ziet in de ontwikkeling in Montenegro zo niet een staatsrechtelijk voorbeeld dan toch zeker een psychologische opsteker.Er is echter wel een historisch verschil tussen beide: Montenegro is een voormalige Joegoslavische republiek die sinds 2002 een unie vormde met Servië, terwijl Kosovo een autonome provincie van Servië was. Kosovo verloor zelfs in 1989 onder Slobodan Milosevic zijn autonome status en werd gereduceerd tot louter een provincie.

Sinds het luchtoffensief van de NAVO, dat in 1999 de Servische strijdkrachten uit de provincie verdreef en een einde maakte aan een Servische klopjacht op etnische Albanezen, wordt de provincie bestuurd door de Verenigde Naties en is zij feitelijk onafhankelijk van Belgrado. Onderhandelingen onder supervisie van de internationale gemeenschap moeten een oplossing voor het probleem geven.

Voor veel etnische Albanezen is het nu duidelijk: de snel verworven onafhankelijkheid van Montenegro maakt iedere andere oplossing dan volledige soevereiniteit voor Kosovo ondenkbaar. „Het concept om Kosovo binnen Servië te houden is onhoudbaar. De Montenegrijnse onafhankelijkheid schept een niet te ontkennen precedent en de Kosovaarse onafhankelijkheid is nu onvermijdelijk”, zegt de etnisch Albanese politieke waarnemer Dukagjin Gorani. „Zeshonderdduizend mensen hadden het recht op een referendum en 2 miljoen mensen zouden niet het recht op zelfbeschikking hebben?” vervolgt hij.

De etnisch Albanese premier van Kosovo, Agim Ceku, zei dat Kosovo voor het einde van het jaar Montenegro „als nieuwe staat” zal opvolgen. Hij voorziet dat beide landen een belangrijke stabiliserende invloed op de regio zullen hebben. Volgens de etnisch Albanese oppositieleider Veton Surroi is de democratische zege van de Montenegrijnen een stimulans voor „allen die van de vrijheid houden en voor alle democraten die Kosovo onafhankelijk willen maken.”

De Kosovaarse Servische leider Marko Jaksic zei te vrezen dat de Montenegrijnse onafhankelijkheid de zaken er voor de Servische minderheid niet beter op heeft gemaakt. Hij bestempelde de uitslag van het referendum als „een dolksteek in de rug” voor de Serviërs.

Hoewel de meerderheid in Montenegro en in Kosovo beide voor onafhankelijkheid zijn, bestaan er belangrijke verschillen. Montenegro deelt met Servië de orthodox-christelijke religie, taal, cultuur en geschiedenis. De etnisch Albanese bevolking is daarentegen grotendeels moslim, heeft een eigen taal en beroept zich op een oorlog die naar schatting 10.000 etnische Albanezen de dood in dreef. Voor de Serviërs geldt dat zij Kosovo zien als het thuisland van de middeleeuwse Servische staat en de wieg van hun historische wortels en cultuur.

Voor de internationale bemiddelaars is Kosovo vooral een probleem dat zo snel mogelijk moet worden opgelost. De directeur Kosovo van de Brusselse denktank de International Crisis Group, Alex Anderson, erkent dat een ’domino-effect’ te verwachten is gezien de psychologische factor, maar wijst er op dat er geen direct verband bestaat en dat de processen in Montenegro en Kosovo aanzienlijk verschillen.

De Amerikaanse gezant Frank Wisner zei maandag na afloop van besprekingen met etnisch Albanese leiders dat voor het eind van dit jaar een oplossing moet zijn gevonden. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, waarschuwde er nog voor geen deadline te stellen.

De Servische premier Vojislav Kostunica liet na een onderhoud met het hoofd van het VN-bemiddelingsteam, de Fin Martti Ahtisaari, weten „ontevreden” te zijn over de koers van de onderhandelingen. Beide partijen hebben tot dusver vier ontmoetingen gehad over hervormingen van het lokaal bestuur, die de Servische minderheid meer zeggenschap moeten geven in het gebied waar zij woont. Zij zijn het echter praktisch op alle punten oneens.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer