Aziz bleef ongedeerd bij de aanslag van 30 juli 2004, maar negen andere personen, onder wie de dader, vonden de dood. De bom ging af toen Aziz na afloop van een verkiezingsbijeenkomst in Attock, een district ten westen van de hoofdstad, in zijn auto wilde gaan zitten. Hij werd enkele weken later tot premier benoemd.Een militante beweging genaamd Islambouli Brigades van Al Qaida eiste destijds de verantwoordelijkheid voor de aanslag op. Een bron bij de rechtbank zei dat alle zeven evenwel behoorden tot de verboden Pakistaanse beweging Jaish–e–Mohammed. Er wordt in verband met de aanslag nog gezocht naar vier voortvluchtigen.

De drie personen die levenslang kregen, werden in januari 2005 gearresteerd, omdat zij de twee zelfmoordplegers voor de aanslag onderdak hadden verleend en geholpen. De explosievengordel van een van de daders kwam door een technisch mankement niet tot ontploffing, waardoor de man in leven bleef en kon vluchten.

Over de rol van de vier mannen die ter dood zijn veroordeeld, werd niet uitgeweid. De veroordeelden kunnen binnen zeven dagen beroep tegen het vonnis aantekenen.

De aanslag op Aziz volgde op twee aanslagen in december 2003 tegen president Pervez Musharraf in Rawalpindi. Musharraf ontkwam beide keren ongedeerd, maar zeventien andere personen vonden de dood. Radicale moslims hadden het op Aziz en Musharraf voorzien vanwege hun steun aan de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme.