Dat stelden woensdag onderzoekers van de Animal Science Group en Alterra, onderdelen van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Zij telden van 2000 tot 2005 elke maand hoeveel teken er per honderd vierkante meter voorkomen in een stadspark, duin–, heide– en bosgebied.Vooral in de zomermaanden wemelt het in de duinen van de teken, zo blijkt uit het onderzoek waarbij de bloedzuigende parasieten van planten en dieren zijn geplukt. In het gebied Duin en Kruidberg, gelegen in de Noord–Hollandse Kennemerduinen, telden de onderzoekers er meer dan eens in de maanden juni, juli en augustus zelfs honderden teken.

In de stad, de Bijlmerweide in Amsterdam, en het bos bij de Koninklijke Houtvesterijen bij Hoog Soeren, vonden zij maximaal enkele tientallen van deze insecten. Op het uitgekamde heidegebied, eveneens onderdeel van de Koninklijke Houtvesterijen, troffen zij slechts een enkele teek aan.

De gevonden parasieten zijn onderzocht op de ziekmakende bacterie, officieel borrelia burgdorferie genaamd. Bij 11 procent van de teken uit de duinen is deze bacterie aangetroffen. Slechts 0,8 procent van de heideteken bleek besmet te zijn.

Het RIVM signaleerde vorige maand al een toename van het aantal patiënten met de ziekte van Lyme. In 2005 liepen ongeveer 17.000 Nederlanders deze ziekte op. Dat zijn er 5000 meer dan in 2001 en zelfs drie keer zo veel als in 1994. De infectieziekte, die wordt overgebracht door een beet van een teek, kan in uiterste gevallen lijden tot verlamming van de gezichtsspieren. Mensen kunnen door de ziekte ook in een rolstoel terechtkomen. In 94 procent van de gevallen worden mensen na een tekenbeet niet ziek.