Moet aan Joden het Evangelie van de Heere Jezus als de enige weg tot zaligheid verkondigd worden? Ton Stier, auteur van ”Evangelie voor Israël onder vuur”, zegt op grond van veel Bijbelteksten op deze vraag onomwonden ”ja”. In kort bestek bestrijdt Ton Stier, in het dagelijks leven directeur van stichting Israël en de Bijbel, opvattingen tegen Evangelieverkondiging in Israël.

Zo wijst hij af dat de kerk in plaats van Israël zou zijn gekomen (de zogenaamde vervangingstheologie). Ook de tweewegenleer verwerpt hij: één weg tot behoud voor de heidenen via Christus, één weg voor de Joden via de Thora. Stier ziet maar een weg tot zaligheid, namelijk door het geloof in Jezus de Messias. Dit moeten alle mensen en dus ook de Joden weten. Daarom moeten zij naast de Tenach (het Oude Testament) ook het Nieuwe Testament lezen.

Maar geheel Israël zal toch zalig worden (Romeinen 11:26)? De schrijver legt deze tekst uit als „de rest” van Israël die in de Heere Jezus gelooft. Dit geloof werkt de Heilige Geest en daarbij schakelt God mensen in. Evangelieverkondiging blijft dus zeker opdracht.

Door wie moet het Evangelie verkondigd worden aan Joden die nog niet in de Heere Jezus geloven? Dit kan volgens Stier gebeuren door Messiasbelijdende Joden, die hun volksgenoten en hun aard het beste kennen. Anderzijds worden zij door diezelfde volksgenoten als afvalligen en verraders beschouwd.

Kunnen christenen uit de heidenen, vanwege het vele antisemitisme onder christenen en vanwege wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde, wel het Evangelie in Israël brengen? Er kwam en komt helaas antisemitisme voor onder christenen, maar de Joden moeten weten dat er ook andere christenen zijn. Deze laatste categorie heeft vanuit de Bijbel liefde tot de God van Abraham, Izak en Jakob en tot Zijn volk Israël. Zij willen niets liever dan dat de Joden zullen geloven in Jezus als de Messias.

Getuigend gesprek
Vreemd genoeg begint even over de helft van het boek een appendix. Daarin haalt de schrijver Bijbelteksten aan, waaruit blijkt dat Jezus de beloofde Messias is.

Daarna geeft hij enkele voorbeelden van Joodse gelovigen die hun Messias vonden. Tot slot krijgen we enkele handreikingen voor het voeren van een getuigend gesprek met Joden. Vanuit oprechte liefde moet in biddende afhankelijkheid het Woord van God worden doorgegeven.

In een klein boekje moet vanzelfsprekend heel veel blijven liggen. Maar datgene wat behandeld wordt, verdient dan wel bredere bespreking. Over de woorden „Alzo zal geheel Israël zalig worden” valt meer te schrijven, vooral ook als rijke belofte voor de toekomst.

De Messiasbelijdende Joden zijn eerstelingen van de grote oogst. Daarbij zouden zij toch wel een belangrijkere rol kunnen hebben in de verkondiging van het Evangelie dan de schrijver stelt.

Steun
De waarde van dit gemakkelijk leesbare boekje is dat er in kort bestek veel goede dingen geschreven zijn over het Evangelie voor Israël. De liefde tot Gods volk is tastbaar, en de gedrevenheid om de Joden tot Jezus de Messias te leiden evenzeer. De Bijbelteksten die de schrijver noemt, zouden voor iedere christen bekend moeten zijn. Dan zal er (nog) meer liefde en gebed voor Israël zijn. Dit zal ook leiden tot meer steun voor de Evangelieverkondiging aan de Joden, door christenen uit de volkeren en door Messiasbelijdende Joden.